3 februari 1971 33 werden geuit die men met het oog op de komende burgemeester meende toch nu reeds duidelijk te moeten stellen. Het zal voor een deel een her- haling zijn geweest van belangrijke problemen op het stuk van politie, verkeerstaak en zelfs de als verkeerchaos betitelde situaties in bepaalde seizoenen. Br werd gesproken over opschieten met de nauwe samenwer- king tussen de gemeenten, de milieu-bedreiging, het cultureel centrum, sporthal, de niet-medezeggenschap bij de benoeming van de burgemeester en over integrale planning; boeiende onderwerpen stuk voor stuk. Hiërarchisch: raad, college van burgemeester en wethouders en burge- meester, is de situatie volkomen duidelijk en voel ik mij als Dritte im Bunde; als uw voorzitter hoop ik het team, met welke uiteenlopende in- breng van onderscheidene zijden dan ook, op de juiste wijze te leiden, met eerbiediging van uw standpunten, zoveel mogelijk synthese beogend en hopelijk bereikend zowel in procedure als in inhoud en een zo sterk mogelijke besluitvorming bevorderend. Mijn ambt is een politiek ambt in de zin waarin professor Oud het heeft onderstreept: het is in de eerste plan.ts een beleidsfunctie, maar even goed mag nadruk krijgen dat het is een gemééntelijke beleidsfunctie. De heer Prinsen heeft in zijn bekende boek ,,De Burgemeester" niet minder dan vier eigenschappen opgesomd die verplicht moeten worden geacht voor een bestuurder: wijsheid, genegenheid, moed en rechtvaardig- heid. Wat ben ik dankbaar dat ik dit ambt nog onlangs niet als een te geïsoleerd ambt heb mogen kenschetsen. Hoe zouden al deze vier eigen- schappen in voldoende mate in één persoon kunnen worden gevonden? Ik zal daar veel steun voor nodig hebben. Datzelfde geldt voor dat woord van Socrates, ook in een boek van Prinsen aan te treffen: ,,het ware leven is het voortdurend recht doen". Daarnaar te stréven, reeds een moeilijke opdracht Ik besef het het is in de lijn van u, meneer de loco-burgemeester als ik stel: ik zal niet onpartijdig zijn in die zin, dat ik boven partijen en beginselen van partijen mij zelf verheven acht. Ik zie uw groeperingen als gelijkwaardige stromingen, voor de koers van heden en toekomst van Heemstede van uitnemend belang. Niet in het minst zal ik streven naar de sfeer die onmisbaar is voor het goed functioneren, het optimaal func- tioneren van uw raad, waarin de persoonlijke verhoudingen goed zrjn en leefbaar, hoe ,,van harte" de meningen over beleid en zaken ook ver- schillen. Ik dank u, meneer de loco-burgemeester, voor de wijze waarop u uw taak, door tragische omstandigheden verzwaard, hebt verricht. Ik hoop dat u met uw mede-wethouders ook met mij het onmisbare team wilt vormen, formeel collegiaal, maar minstens zo ook naar de geest. U hebt gesproken, meneer Van Wijk, over het söhaap met vijf poten. Wat ben ik blij dat u in een zeker stadium dat spoedig hebt opgegeven. Ik hoop dat ik de gemeente spoedig echt mag kennen, dat betekent: met zon en schaduw en dan hoop ik dat wij samen aan de schaduw wat kun- nen veranderen. De sfeer in de raad doet mij, naar de geluiden die mij hebben bereikt, het beste veronderstellen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat ik wat dat betreft reeds was ge- en verwend in mijn vorige ge- meente. Gelukkig is hier niemand iets menselijks vreemd. Ik zie tussen Heemstede en Reeuwijk toch wel enkele parallellen: Reeuwijk is een kleinere gemeente met ontstellend veel hectaren en vele liters helaas niet al te zuiver water, maar ook wij kenden forenzen va.n beide soorten, al was er dan van wat wij noemden de slaapforens naar de forens die meebouwt aan de gemeenschap gelukkig af en toe doorstroming te bespeuren. Ik hoop dat het ons gegeven mag zijn hier ook op dit stuk de doorstroming zoveel mogelijk te bevorderen tot een actief burgerschap. In het licht van de woorden van straks zou ik moeten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1971 | | pagina 11