3 februari 1971
25
geven van dit verenigingsleven. Op de lijst van subsidies, behorende bij
de gemeentebegroting komt u vele van deze verenigingen wel tegen, maar
in die parade zie ik toch niet de grootste kracht van het verenigings-
leven. Daarin vindt u slechts een blijk van stimulerend medeleven van de
gemeentelijke overheid met de vele verenigingen die daamaast in veel
gevallen gelukkig een krachtig eigen bestaan leiden. Het zal u naar ik
aanneem toch ook verheugen dat hier nog een breed werkterrein te
vinden is; het culturele leven zoekt naar een eigen behuizing, evenals
andere gemeentelijke activiteiten, waaronder ook de sport.
Bn voor wat dit laatste betreft: u duide het mij niet euvel dat ik reeds
in dit stadium van mijn welkomstwoord opmerk dat een nieuwe ijsbaan
in deze gemeente om nu eens een heel vreemd beeld te gebruiken
een heet hangijzer is. Evenzo staat het met de sporthal en de uitbreiding
van diverse outillages op sportgebied.
Uit de volgorde van de enkele onderwerpen die ik aanroer, moet u
echter niet afleiden dat deze naar belangrijkheid zijn gerangschikt en ik
wil dit ook helemaal niet proberen.
Sprekend over de dagelijkse activiteiten van de burgerij kwam ik uiter-
aard op het verenigingsleven, maar daamaast moet ik enkele andere
onderwerpen aanroeren die wellicht zo niet zeker veel zwaarder
wegen en als ik er dan een paar mag noemen, dan zijn dat in Heemstede
de verkeersproblemen en de omstandigheid dat in een gemeente waarin
van oudsher zoveel mensen woongenot hebben gevonden, er toch nog
zoveel te velen zijn aan wie dat nog niet beschoren is.
Wij hopen en vertrouwen dat u zich met de Kennemer gemeenten,
waarmee een goede samenwerking bestaat en wordt uitgebouwd, zult
opstellen voor een logisch wegenplan en daartoe mag toch zeker worden
gerekend dat het grote doorgaande verkeer niet praktisch door de voor-
tuinen van onze huizen dendert. Ergens moet gewoond worden, ergens
moet verkeer zijn, maar vermenging van deze twee moet zoveel moge-
lijk vermeden worden. Zonder twijfel zullen wij in u een strijdbaar held
aan onze zijde vinden om dat nog eens te bereiken. Ons begeren is en blijft:
houd het verkeer zoveel mogelijk buiten de woonagglomeraties, waarbij
wij ons realiseren dat daarvoor offers gebracht moeten worden en dat
niemand in dezen de wijsheid in pacht heeft, maar dat wij met elkaar
toch wel letterlijk en figuurlijk de juiste weg moeten kunnen vinden.
Met betrekking tot de woningnood staan wij nog steeds voor een groot
probleem. Er is veel en ook goed gebouwd in Heemstede na de oorlog,
maar de definitieve oplossing van het woonprobleem voor nog zovelen
glijdt steeds weer uit onze handen. In de interim-periode, gedurende welke
ik loco-burgemeester mocht zijn, heb ik nader met deze nood kennis-
gemaakt en het is mijn vurige wens geweest om in die periode eraan
mee te werken dat veel noodsituaties tot een oplossing zouden komen,
maar dit is lang niet volledig gelukt. Ik stel mij voor in persoonlijke ge-
sprekken u omtrent deze nood nader in te lichten en velen van mijn
spreekuurklanten in uw hoede aan te bevelen.
Voor wat betreft de planologie van de gemeente moet ik u tot mijn
spijt zeggen dat wij naar de huidige maatstaven grotendeels volgebouwd
zijn en dat de resterende plannen in voorbereiding zijn. Eén groot plan
wacht op effectuering in woningwetbouw, premiebouw en flats voor
kleine gezinnen, welk plan wij zo gaarne spoedig gerealiseerd zouden
wlllen zien, maar ook in dit opzicht bestaan moeilijkheden, waarbij u
ongetwijfeld nog zult worden betrokken.
Voorts zult u ervaren de sensatie (voor u) van te komen in een ge-
meente met een sluitende begroting. Dit is zeker niet alleen verdienste,
omdat hier vele factoren meewerken die nu eenmaal samenhangen met
allerlei omstandigheden die wij als een gegeven hebben aangetroffen en
u aantreft. Maar de ondertoon van ons doen en laten in dezen is altijd