3 februari 1971 27 speciale binding en thans in opdracht van dit college het voor mij bijzonder aangenaam en onvergetelijk is u van harte welkom te heten in ons midden en u geluk te wensen met uw Koninklijke benoeming. Weinigen van ons kennen u; wij weten dat u eerste burger van de gemeente Reeuwijk was en dat u daarnaast ruime geïnteresseerdheid aan de dag hebt gelegd, onder andere voor werkzaamheden bij de Olympische spelen, de Koninklijke Nederlandse Schaatsenrijders Bond en brandweer- orgsunisaties. Wat mijzelf betreft, toen ik in verband met de hier vacerende burge- meestersplaats uw naam hoorde noemen, riep deze bij mij zeer goede her- inneringen op, herinneringen, welke tevens zeer goede verwachtingen wettigden. Immers, als lid van de Nederlandse delegatie bij de Verenigde Naties tijdens de 23e Algemene Vergadering in 1968, heb ik drie en een halve maand intensief mogen samenwerken met de toenmalige eerste man van de permanente missie naast de ambassadeurde heer Leopold Quarles van Ufford. Die ervaringen zijn zodanig dat, indien familie-aard en -aanleg zich niet laten verloochenen, deze veel goeds, ja zelfs de garantie inhouden voor de samenwerking welke thans in het ge- ding is, die tussen u en de raad. U komt in een gemeente, waarin vele zaken die nog aan de orde waren bij de installatie van burgemeester ridder van Rappard, bijna 21 jaar geleden, nu hun beslag hebben gekregen. Toch zijn er zorgen gebleven en bijgekomen: de volkshuisvesting, de intergemeentelijke samenwerking, het verkeer en de vraag hoe het raadhuis, waarvan u de verbouwing zult zien uitvoeren en Deo volente zult zien tot stand komen, zal functio- neren. Zorgen voor u en voor ons; wij verhelen het niet. Belangrijk in deze context is het voor u te horen, wat in de afgelopen maanden reeds gebleken is dat de sfeer en de vriendschappelijke verhouding der leden hoe verschillend ook in levensbeschouwing en politieke overtuiging deze goede geest, welke al jarenlang een zekere faam genoot, onveranderd geconsolideerd mag worden genoemd. Zo treden wij u gezamenlijk tege- moet, bezield met een oprecht verlangen en de wil met u op vruchtbare wijze samen te werken in het belang van Heemstede en de Heemstede- naren. Moge Gods zegen rusten op uw arbeid, welke thans zal aanvangen. Ook Mevrouw en uw dochters roepen we een hartelijk welkom toe, ter- wijl wij de wens uitspreken dat u zeer spoedig een home zult vinden in de gemeente, waar uw echtgenoot en vader thans de voorzitterszetel heeft ingenomen." U sta mij toe, meneer de burgemeester, nu de loco-burgemeester deze zetel voor u heeft geruimd, enkele woorden tot hem te richten. Meneer Van Wijk, uw taak naast het wethouderschap gedurende acht maanden het burgemeesterschap waar te nemen, is thans volbracht. Wij beseffen ten volle wat dit aan werk en tijd van u gevraagd heeft. Als ik dan ons aller bewondering publiekelijk mag uitspreken voor de wijze waarop u naast uw particuliere werkzaamheden en de zorgen voor uw gezin met opgewektheid deze zware opdracht hebt vervuld, dan moet ik daarbij constateren dat u een man moet zijn met een ijzersterke con- stitutie. Drukbezet op kantoor, op het raadhuis, in de gemeente en daar buiten, met verve en humor de raadszittingen en commissie-vergade- ringen voorzitten, om na afloop de agenda nog af te werken tot diep in de nacht, dat was uw leven in de nu afgesloten periode. De raad en met hem de hele burgerij is u hiervoor grote dank verschuldigd en wenst u van harte toe dat u de gelegenheid zult krijgen en nemen eens even op adem te komen, samen met uw vrouw, die wij beseffen het deemoedig met zeer weinig tevreden heeft moeten zijn. Onze grote erkentelijkheid gaat ook uit naar onze bekwame, diligente secretaris, de heer Kruitwagen, die naast de tijdelijke commandant het gemeenteschip de goede koers heeft laten varen, op zijn beurt gesecun-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1971 | | pagina 5