alsnog te veranderen ter realisering van doeleinden die met dle bestem-
ming overenigbaar zijn.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van het bepaaide in het
eerste lid vrijstelling te verlenen.
Vrijstelling moet worden geweigerd indien het voorgenomen andere ge-
bruik van duurzame aard zal zijn en gelet op de lig'ging van de grond
het gebruik van gronden en gebouwen in de omgeving in emstige
mate kan worden gestoord zonder dat door het stellen van voorwaarden
of op andere wijze zodanige stoornis zal zijn te voorkomen.
Het is verboden af te wijken van voorwaarden die aan een vrijstelling
zijn verbonden.
HOOFDSTUK IV - OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 9.
Voortzetting bestaand gebruik.
Gronden en gebouwen die bij het van kracht worden van het plan in
gebruik zijn voor andere doelednden dan waarvoor zij blijkens de bestem-
ming ingevolge het plan mogen worden gebruikt, mogen voor die doel-
einden in gebruik blijven.
Artikel 10.
Gedeeltelijke vernieuwing en verandering.
Bestaande gebouwen die, hetzij door hun bestaan als zodanig, hetzij
door hun afmetingen niet voldoen aan de bestemmingen van het plan of
aan één of meer bepalingen van deze voorsehriften, mogen gedeeltelijk
worden vemieuwd of gedeeltelijk worden veranderd, met dien verstande
dat:
a. vemieuwing of verandering van bestaande gebouwen ten behoeve van
een voorgenomen ander gebruik slechts is toegestaan indien ook dat
andere gebruik krachtens deze voorschriften is of kan worden toege-
staan;
b. reeds bestaande afwijkingen ten aanzien van de in deze voorschriften
genoemde maten niet mogen worden vergroot.
Artikel 11.
Herbouw na een calamiteit.
Gebouwen als bedoeld in artikel 9 mogen, behoudens onteigening over-
eenkomstig de wet, in geval van verwoesting tengevolge van een calami-
teit geheel worden herbouwd, met dien verstande dat het bepaalde onder
a en b van artikel 10 op overeenkomstige wijze van toepassing is.
Artikel 12.
Strafbepaling.
Overtreding van de verbodsbepaling gesteld in artikel 8 wordt geacht
een strafbaar feit te zijn in de zin van artikel 59 van de wet op de Ruim-
telijke Ordening.
Artikei 13.
Naam van het plan.
Het plan kan worden aangehaald onder de naam „Bestemmingsplan
terrein Gemeentereiniging".
Behoort bij raadsbesluit dd. 25 maart 1971, nr. 33
De secretaris, De voorzitter,