44a, b
3e afd.
25 maart 1971
verhoging algemene uitkering gemeentefonds
26.368 aantal inwoners) x 2.41 (uitkerings-
percentage) x 4,80 1 305.025,
Korting algemene uitkering gemeentefonds
met: 200% van 5/12 van de opbrengst hoofd-
som personele belasting 202.000,168.333,
60% opbrengst hoofdsom
grondbelasting gebouwd 159.750,95.850,
30% opbrengst hoofdsom
grondltaelasting ongebouwd (/3.400,1.020,
aan het rijk te betalen 6y2% perceptiekosten
over de opbrengst van de hoofdsom en de op-
centen op de personele belasting over het tijd-
vak van 1 juni tot 1 januari 1972 of wel 6%%
van 7/12 x 505.000,— 19.148,— 284.351,—
Rest als gunstig resultaat voor de gemeente voor 1971 20.674,—
Voor de begroting 1972 laat het gunstig effect
zich berekenen op:
26.500 (aantal inwoners) x 2.50 (uitkerings-
percentage) x 4,80 318.000,
aan het rijk te betalen 6%% perceptiekosten
over de opbrengst van hoofdsom en opcenten
op de personele belasting en de grondbelasting
of wel 6V2% van 775.000,— 50.375,—
Rest als gunstig resultaat voor de gemeente voor 1972 267.625,—
Hierna willen wij u nog een berekening geven van de financiële gevolgen
voor de gemeente van de invoering van de gemeentelijke belasting op het
onroerend goed. De berekening is gebaseerd op de cijfers van de gemeente-
begroting voor 1971.
Algemene uitkering uit het gemeentefonds na
aftrek uitkering voor kosten sociale zorg 5.222.000,
Compensatie voor verlies van de opcenten op
de personele belasting en de grondbelasting 318.000,
5.540.000,—
Belasting onroerend goed gebruikers
Maximaal kan worden geheven 12% van 5.540.000,664.800,
Vervallen hoofdsom personele belasting 202.000,
Vervallen gemeentelijke opcenten idem 303.000,
505.000,—
Voordeel voor de gemeente 159.800,
Vervallen provinciale opcenten personele belasting 101.000,
Meer op te brengen door de contribuabelen 58.800,