4e afd.
29 april 1971
D. Visserijwet 1963
beinoeiïngen met het aanvragen of uitreiken van:
1. een kleine of grote visakte, bedoeld in artikel 10, tweede
lid, sub a respectievelijk b, van de Visserijwet 1963
2. een bijdragebewijs, bedoeld in artitkel 13, tweede lid, van
de Visserijwet 1963
E. Autovervoer Personen
1. een vergunning voor het vervoeren van personen met een
huurauto ingevolge de Wet Autovervoer Personen of een
daarop steunende regeling
2. een beschikking waarbij een vergunning bedoeld onder 1
wordt overgedragen
3. een beschikking waarbij een vergunning bedoeld onder 1
wordt verlengd of gewijzigd
4. een vergunnings- of toestemmingsbewijs, bedoeld in ar-
tikel 57 van de Wet Autovervoer Personen, alsmede een
verlenging van een dergelijk bewijs
F. Wegenverkeerswet
een voorlopige oefenvergunning, bedoeld in artikel 101,
eerste lid, sub d I, van het Wegenverkeersreglement
G. Woningwet, Wet op de Ruimtelijke Ordening
1. Vergunning als bedoeld in artikel 47 der Woningwet:
voor elke 1.000,bouwkosten of gedeelte daarvan
De bouwkosten moeten voor de toepassing van deze bepa-
ling blijken uit een door of vanwege burgemeester en wet-
houders in verband met de overgelegde tekening(en) voor
deugdelijk verklaarde globale raming van kosten, welke
raming moet worden overgelegd bij de aanvraag als be-
doeld in artikel 15 der Bouwverordening, Wordt deze ra-
ming niet overgelegd of niet deugdelijk bevonden, dan
worden de kosten van het bouwen door of vanwege bur-
gemeester en wethouders geraamd.
Het recht is dan naar de uitkomst van die raming ver-
schuldigd tot uit een in kracht van gewijsde gegane uit-
spraak op een bezwaarschrift krachtens artikel 300, tweede
lid, in verband met artikel 299 der gemeentewet, door de
belanghebbende ingediend, blijkt, dat de raming te hoog
is geweest, in welk geval het reoht verschuldigd is naar
de uit die uitspraak blijkende kosten van het werk.
Tot de hiervoor bedoelde kosten worden mede gerekend de
kosten van eventuele technische installaties en van de
afwerking.
Ingeval van vervanging van een verleende vergunning
binnen een jaar is voor de nieuwe vergunning het gehele
bedrag verschuldigd en wordt van de leges, betaald voor
de vervangen vergunning, de helft gerestitueerd.
Indien de houder van een vergunning bij schriftelijke door
hem ondertekende verklaring binnen drie maanden na dag-
tekening van de vergunning daarvan afstand doet, wordt
aan hem van de daarvoor betaalde leges, indien en voor
zover deze 50,te boven gaan, de helft gerestitueerd.
