142
27 mei 1971
dat de Kennemerraad eigenlijk voor de taken die hem wacht, een wat va
groter gezelschap zou dienen te zijn. Dat betekent, dat de zetelverdeling ge
in de Kennemerraad opnieuw ernstig aandacht zal behoeven. Spreker is
dankt de heer Van den Briel voor diens positieve opstelling. Joi
De heer de Ruiter heeft dit voorstel een pover begin genoemd, maar sti
toch zal de heer de Ruiter misschien bereid zijn in dat ,,pover" niet alle be
schamperheid te leggen die er in zou kunnen liggen. Er is wat gebeurd! do
Er waren contacten van de colleges van burgemeester en wethouders, gi:
sommige zelfs met een heel duidelijke regelmaat. Dat heeft aan een be- Sj
hoefte voldaan. Alleen is op die wijze het eenlijnig optrekken niet altijd nc
gewaarborgd geweest. Spreker zou aanraden toch voorzichtig te zijn met aa
de heer de Ruiter bedoelt het uiteraard goed de Kennemerraad het bij
imago „kermismakingscollege" op te leggen. De Kennemerraad zal tot een
duidelijke invuloefening moeten komen o.a. van de zaken waarvan de tri
heer Brandsma zei, dat hij ze liever nu op tafel had zien liggen. De Ken- ge
nemerraad mag uiteraard onder elkaar kennis maken, en dat zal hier en eij
daar ook wel nodig zijn, maar spreker dacht dat er duidelijk werk voor ge
de Kennemerraad ligt.
De raad zou graag een zoveel mogelijk evenredige vertegenwoordiging laj
in de Kennemerraad zien, althans daarin een politiek gezicht terugvinden. so
Spreker heeft zojuist al gezegd, dat er op dat terrein een groot aantal Rt
mogelijkheden zijn. Ook op het stuk van de politieke representatie moeten inl
wij voorzichtig zijn. In de bestuurlijke commissie van het I.S.K. is daar uil
geen stemming over gehouden, dat was ook niet haar taak. Men heeft de
eigenlijk naar de representatiegedachte willen reiken, maar men heeft die br
nog niet kunnen behalen. De realiteitszin zit uiteraard ook in de woorden ke
van de heer Brandsma als hij zegt: „hoe moet dat interfractioneel; per mi
fractie zie ik het nog wel, maar over de regio gezien zou het om allerlei sp
volkomen honorabele redenen wel eens moeilijk kunnen zijn. Als extra liji
moeilijkheid waaraan spreker tot vanavond nauwelijks had gedacht, no
komt dat daarbij ook de politieke status van de burgemeesters zou kun- de
nen worden betrokken. Het wordt er niet eenvoudiger door. Spreker wil mi
daar persoonlijk uitermate voorzichtig iets over zeggen. Hij heeft in ko
antwoord op het gesprokene door de heer de Ruiter al iets gezegd over
het zgn. onevenredig grote Haarlem in verhouding tot de andere deel- ze
nemende gemeenten. Naar sprekers oordeel zou realiteitshalve daarbij zit
horen, dat Haarlem wel een stuk groter is dan de overige gemeenten van ve
de regio, waarbij de vraag kan worden gesteld, of wij wel voor redelijke na
ankers liggen. Daar kan men uiteraard verschillend over denken. De heer
de Ruiter zou het liefst zien, dat de raad gewoon per gemeente eenzelfde Ec
aantal leden zou benoemen. Spreker zou bijna willen zeggen en dat heeft on
de raad in zijn woorden ook laten doorklinken, dat dit natuurlijk in de Sp
huidige situatie, bestuurlijk-utopistisch gezien is. Wat zou er dan over-
blijven van de taakstelling Dan wordt het inderdaad alleen maar koffie dii
en wat lichtere alcoholische dranken die bij een lichte regeling en kennis- hij
making passen. Dan zou de taakuitholling al bij de instelling van het za
orgaan zijn begonnen. Spreker hoopt en vertrouwt dat de raden in belang- tri
rijke mate hun leden zullen afvaardigen in de zin van beleidsmensen per gr
gemeente. Dus wel enigszins in de politieke krachtsverhoudingen maar va
dat niet alleen per gemeente beschouwd. Dat zou op het eindresultaat is
eigenlijk al een domper zetten als wij bestuurlijk vooruit willen. Sp
De heer de Ruiter heeft ook gewaarschuwd tegen het benoemen van aa
onze 4 wethouders als vertegenwoordiging van de gemeente. Het college ee
is daar bepaald niet van uitgegaan, het heeft zich er ook niet over uit- dii
gesproken. Spreker denkt dat elke gemeente ten minste een spreiding zal
beogen. Deze zaak is echter niet verder aan de orde geweest. be
Voorts heeft de heer de Ruiter er op gewezen, dat de loco-burgemeester