HW SW^M
228 30 september 1971
IV- SUBSIDIE-AANVRAAG RELEASE HAARLEÎM.
Het voorstel is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
105- Subsidie-aanvraag Release Haarlem.
De voorzitter zegt dat de commissie voor de financiën een nader onder-
zoek bij Release, met name wat betreft haar activiteiten ten aanzien van
desertie, noodzakelijk aeht alvorens de raad de subsidieaanvraag in behan-
deling kan nemen.
Spreker deelt mede dat het college, gelet op de aard van het meerder-
heids- en het minderheidsstandpunt in het college, geen behoefte gevoelt
tot het inwinnen van nadere informaties, en ook van mening is dat dit wei-
nig nut zal hebben. In de loop van 'het debat zal er geiegenheid bestaan het
meerderheids- en het mindeilheidsstandpunt van het college nader toe te
iichten. Naar de mening van het college geven de bij dit punt behorende
stukken voldoende informatie, nog daargelaten de mogelijkheid die elk
raadslid had en heeft tot het inwinnen van informatie.
De heer de Ruiter zeigt dat het tot voor een paar jaar geleden een wijd-
verbreide mode was dat grote groepen mensen de straat opgingen om tegen
allerlei toestanden en zaken te protesteren, terwij'l van andere zijde daar-
tegen werd aangevoerd liever eens een keer wat te doen. Het is uit die
mentaliteit en uit dat verweer dat kortgeleden de stichting Release is
ontstaan, bestaande uit een aantai jonge mensen, veelal inderdaad protes-
terend maar die de consequenties van hun protesten inzagen en bereid wa-
ren om het betrekkelijk gemakkelijk lopen met spamdoeken om te zetten in
daadwerkelijke acties en het verlenen van hulp aan anderen. Dat is een
mentaliteit die waardering verdient. Het is nu eenmaal in het algemeen veel
gemakkelijker met de mond te belijden dan met de hand te doen. Als er
dus een groep mensen is, die die bereidheid wel betoont, dan zal deze in
het algemeen op de morele en mentale steun van de raad moeten kunnen
rekenen.
Spreker kan niet verhelen dat het voorstel van het college zijn fractie,
op z'n zachtst gezegd, voor moeilijke problemen heeft gezet. Enerzijds
ziet sprekers fractie de bereidheid van de mensen om wat te doen, al doen
zij het dan niet altijd zoals wij dat persoonlij'k zouden doen, anderzijds
heeft men toch te kampen met het probleem, dat in vele opzichten een
andere appreciatie ten opzichte van de maatschappelijke problemen be-
staat bij Release dan bij ons. Spreker dacht dat dit de raad niet hoeft te
verhinderen deze zaak open tegemoet te treden. Er zijn tenslotte eindeloos
veel organisaties waar spreker anders over dehkt dan degenen die daar
actief in zijn, zonder dat men ze daarom steun zou willen onthouden. Spre-
ker meent dat dit voor de raad geen directe motivering mag zijn om steun
aan Release te weigeren nu die wordt gevraagd.
Spreker kwam nog meer in moeilijkheden toen hij in het voorstel las:
,,De meerderheid van ons college staat afwijzend tegenover inwilliging van
het verzoek; naar haar mening mag de overheid slechts tot subsidiëring
overgaan als de betrokken instelling wettige doeleinden met wettige midde-
len nastreeft. Dit is in casu niet het geival, waar blijikens het huishoudelijk
reglement o.m. ook bij desertie hulp wordt verleend." Nieuwsgierig als wij
behoren te zijn, heeft spreker het huishoudelijk reglement geraadpleegd om
te zien wa.ar dan wel stond dat bij desertie hulp werd verleend. Immers,
zoals het in het voorstel staat, roept het op zijn zachtst gezegd de sug-
gestie in het leven als zou men behulpzaam zijn bij desertie. Dat is echter
een heel andere kwestie dan dat men hulp verleent aan een deserteur.
Iedere nederlander en ieder mens heeft recht op hulp maar heeft daarbij
nog geen recht op hulp om iets slechts te volvoeren. Is het kwaad een-
maal geschied dan heeft iedere misdadiger, zelfs een moordenaar, recht op
hulp en op verdediging. Waarom het dan opeens een ontoelaatbare zaak