30 september 1971
229
zou zijn oan bij desertie hulp te verlenen, is spreker volkomen ontgaan.
Maar bovemdien staat in het huishoudelijk reglement van Release feitelijk
iets heel anders, Er staat: „dat een bureau van de stichting Release dient
te beschikken over een voor iedere medewerker bereikbaar informatie-
systeem waardoor een dienstdoende medewerker sneile en juiste infor-
matie kan verschaffen over de navolgende onderwerpen: grondrechten en
vrijheden, juridisohe bijstand, vreemüelingenbeleid, militaire zeiken met
name dienstweigeren en desertie, sociale wetgeving" en nog enkele andere.
Hier staat dus dat een Release-bureau in staat moet zijn juiste informatie
te verstrekken over desertie. Dat is toch geen zaak die men in alle rede-
lijkheid kan aanvechten. Als op deze bepaling de afwijzing van het college
op de subsidieaanvraag moet rusten, dan meent spreker dat deze bijzonder
zwak is. Toen dit punt in de commissie voor de financiën aan de orde werd
gesteld, kwam naar voren, dat men zidh er wat beter in zou moeten ver-
diepen wat nu eigenlijik de adhtergrond is van deze hulp bij desertie. Het
college is eohter blijkens het voorwoord van de voorzitter niet bereid om
nadere informaties in te winnen. Gelukkig heeft Release-Haarlem daar
anders over gedacht. Spreker weet niet of het college in het bezit is van de
brief die aan de fracties door Release is toegezonden. Het is buitengewoon
interessant te lezen wat Relaese nu zelf onder hulp bij desertie verstaat.
Het college geeft daarvan een interpretatie, sprekers fractie geeft een
andere interpretatie, en dan is het interessant te lezen hoe de betrokkene
zelf hier tegenover staat. Daarom neemt spreker de vrijheid een klein
citaat te geven uit de brief van Release-Haarlem: „Onzerzijds nog een
voorbeeid ter verduidelijking op het vlak van desertie. Het woord desertie
klinkt nogal zwaar, want het gaat meestal om ongeoorloofd verzuim en
weglopen uit militaire dienst; men loopt meestal ergens om weg en veelal
uit persoonlijke psychische problematiek. De gevallen die wij hebben gehad
verliepen als volgt: een jongen meldt zidh aan na meer of rründer om-
zwervingen. Wij hebben een gesprek over zijn situatie, lichten toe dat
ondergedoken blijven niet zoveel zin heeft, trachten inzicht te krijgen
in zijn persoonlijke motieven en eventuele problematiek, nemen contact
op met de militaire autoriteiten, militaire geneeskundige dienst, de sociale
dienst van het ieger, eventueel marechaussee, eventueel corrmiandant,
eventueel verdediger bij de Krijgsraaö, eventueel sociale dienst van
Nieuwersluis en wij ontwikkelen samen met die instanties een procedure
waarlangs zo'n jongen op een enigszins ,,elegante" wijze opgevangen gaat
worden door het militaire apparaat. Pas dan geven wij die jongen in
overweging zich te melden, bij voorkeur op een adres dat is afgesproken met
het leger. Dat voorkomt veel narigheid. Hij voelt zich niet zo verloren in
het grote anonieme apparaat en hij wordt dan beter opgevangen. Meestal
resulteert zo'n gang van zaken in afkeuring wegens ongeschiktheid soms
met bijkomende straf." Hieruit blijkt duidelijk dat niet de interpretatie van
het huishoudelijk reglement door de meerderheid van burgemeester en
wethouders, maar veel eerder zoals spreker die heeft weergegeven, overeen-
stemt met de interpretatie d'ie Release zelf aan die zogenaamde huip bij
desertie geeft. Daarom spijt het spreker bijzonder dat burgemeester en
wethouders niet bereid zijn, op dit moment althans, hun voorstel in te
trekken om tot nadere informatie omtrent dit punt te komen en eventueel
een gesprek te arrangeren van enkele leden van het college met het be-
stuur van Release-Haarlem, teneinde gewoon, eerlijk en open verder over
deze problemen te praten.
Er blijven natuurlijk altijd moeilijke kanten aan de zaak zitten. De ver-
leiding is groot om in te gaan op de vraag of de stelling van het college,
dat wettige doeleinden alleen met wettige middelen mogen worden na-
gestreefd, juist is. Hoeveel gevallen zijn er niet bekend waarin de wet
en het recht met elkaar in strijd kwamen. Het is misschien nog maar
anderhalve eeuw geleden dat kinderen werden opgehangen omdat zij een