230
30 september 1971
brood hadden gestolen. Zouden burgemeester en wethouders het in het
kader van de rechtspleging onverantwoord vinden als zij zo'n kind zouden
verstoppen? Dat zou ieder raadslid een zeer reohtvaardige zaak vinden en
men zou hoogstens het gevoel hebben dat daarmee een onrechtvaardig
rechtssysteem te lijf zou zijn gegaan. Natuurlijk kan de waardering van
punt tot punt verschilien. Spreker bedoelt alleen maar aan te tonen dat het
zeggen van „wet is wet", wat het college eigenlijk in zijn voorstel doet,
naar zijn mening tekort doet aan de werkelijkheid van alle dag en ook
veruit tekort doet aan het rechtssysteem waarin wij in Nederland leven.
Spreker is geen jurist maar hij heeft het gevoel dat iedere jurist in deze
zaal het met hem eens zal zijn dat in het nederlands rechtssysteem niet de
gedachte leeft van „wet is wet" en niet van „er is geen recht behalve
wettenrecht". Het recht heeft een eigen functie en een eigen positie naast de
wet. Spreker zou met klem willen voorstellen dat het college alsnog zelf
zijn voorstel terugneemt. Het werk van Release mag men niet isoleren.
Het is een verschijnsel dat in een tijd als de onze opkomt, maar waar-
schijnlijk in een Victoriaans tijdperk een heel andere inhoud zou hebben
dan nu. Het betreft typisch werk van deze tijd en daarom doet spreker een
beroep op het college niet langs dit verschijnsel heen te gaan maar eens
met deze mensen te präten. Dan kan het college tot een gefundeerd oordeei
komen waarna sprekers fractie graag de zaak opnieuw in discussie zal
nemen.
De heer van den Briel zegt dat de vorige spreker is begonnen met te
zeggen dat het hier mensen betreft die zelf de handen uit de mouwen
hebben gestoken. Spreker kan hem volkomen gelijk geven als hij zegt dat
hun streven eigenlijk zou moeten worden gesteund. De heer de Ruiter
heeft ook gereleveerd dat de financiële commissie met algemene stemmen
aan het college heeft gevraagd dit voorstel vôôr deze vergadering terug
te nemen, waarbij helemaal niet de bedoeling voorzat om deze zaak op
de lange baan te schuiven of er helemaal geen aandacht meer aan te be-
steden. Het heeft de commissie voor de financiën nogal gehinderd, dat in
het voorstel aan de raad toch wel een beetje onzorgvuldig met citaten is
gewerkt. De heer de Ruiter heeft al gezegd dat het verlenen van hulp bij
desertie heel iets anders is dan informatie geven ingeval van desertie.
Spreker gelooft dat het beslist onjuist is te proberen door middel van deze
toelichting een bepaalde indruk te wekken. Bovendien heeft de stichting
Release in de laatste regel van haar verzoek om subsidie duidelijk ge-
zegd, dat zij volkomen bereid is een en ander mondeling toe te Iichten.
Spreker gelooft dat het een eenivoudige kwestie van beleid was geweest
deze dames en heren te verzoeken eens te komen praten om ook hún op-
vattingen over hun werk en hun opvattingen over bepaalde zaken eens
naar voren te brengen.
Toch vreest spreker dat bij deze kwestie een vraagteken moet worden
gezet. Misschien dat het college, als het nadere mondelinge inlichtingen
had gekregen, sterkere argumenten had kunnen aanvoeren om de subsidie-
aanvrage af te wijzen. Dat deze sulbsidie-aanvrage zal moeten worden
afgewezen is ook de conclusie van de V.V.D.-fractie, zij het zeer ongaame.
Ontegenzeggelijk doet Release met haar medewerkers, die een grote mate
van idealisme opbrengen, een goed werk. Release vangt ontwortelden,
ouderen en jongeren, die hulp nodig hebben, op en juist diegenen die zich
nooit tot de officiële, volgens hen veel te bureaucratische instellingen,
zouden hebben gewend. Het feit dat aandacht wordt besteed juist aan
diegenen die op een andere manier niet worden bereikt, is buitengewoon
belangrijk en verdlent onze steun, al gebeurt een en ander dan ook op een
amateuristische wijze. Maar bij deze betoning van idealisme mag niet
worden vergeten dat zich hierbij enige randverschijnselen voordoen die het
voor een overheidsinstelling moeilijk maken hiervoor gemeenschapsgeld
beschikbaar te stellen. Het is zeker dat Release minderjarigen aan het