w
234 30 september 1971
druk op leggen de betreffende legercommandant. Een volkomen oirbare
en legale handelwijze.
Ten aanzien van het opvangen van minderjarigen de heer Van den
Briel heeft daarop gewezen merkt spreker op dat het dan minderjarigen
betreft die van huis of uit een inriehting zijn weggelopen. Na contacten
tussen het ministerie van Justitie en maatschappelijk werkers die zich
met minderjarigen bezig houden, is langzamerhand het inzic'ht naar voren
gekomen dat men het maatschappelijk werk, de hulpverlening aan het
individu, dient te laten prevaieren boven het beiang van opsporing van de
minderjarige door de justitie, een en ander natuurlijk na afweging van de
verschillende belangen. Spreker wil ook verwijzen naar het antwoord van
minister Engels op vragen van de heer Koekoek dd. 2 juli 1971, antwoord
dd. 23 juli. De heer Van den Briel heeft er ook al naar verwezen maar hij
heeft het antwoord niet gegeven en daarom zal spreker dat doen. Minister
Engels zegt: ,,Het kan voorkomen dat een tijdeiijke beperking van het con-
tact van de minderjarige met zijn ouders een element in de hulpverlening
van sommige instellingen vormt. Het kan ook voorkomen dat op dezelfde
grond niet aanstonds medewerking wordt verleend aan de opsporing van
een minderjarige door de politie. Daarbij beogen deze instellingen niet het
onttrekken van de minderjarige aan het over hem gestelde gezag, maar
een dusdanig adaequaat inspelen op de vraag om hulp, dat daarbij het
belang va.n de minderjarige cliënt primair wordt gesteld". De raadsleden
hebben dit trouwens allemaal kunnen lezen in de brief die de heer de
Ruiter aanhaalde van Rudy Wolf, een medewerker van Release-Haarlem.
Ook andere maatsehappelijke organisaties houden dus in eerste instantie
vaak gevluchten verborgen totdat zij verzekerd zijn van een adaequate
opvang bij terugkeer.
Tegen de opmerking van de heer Van den Briel dat er wel enig verschii
zou bestaan tussen de gevestigde maatsohappelijke organisaties en Release,
wil spreker protesteren. Het feit dat deze opmerking niet terecht is moge
blijken uit het feit, dat deze maatschappelijke organisaties ten nauwste
met Release samenwerken.
Tot slot zou spreker willen zeggen dat ook zijn fractie zich er van be-
wust is dat Release fouten maakt, soms zelfs naar haar inzicht ernstige
fouten. Dat neemt echter niet weg dat Release een taak vervult die
eigenlijk door de overheid zou moeten worden verricht. Helaas stellen
grote groepen mensen in de overheid geen enkel vertrouwen. Zij gaan
liever kapot dan de drempel van het gemeentehuis over te stappen. Vele
van hen kunnen nu bij Release teredht en velen zijn het. In nauwelijks
een jaar ongeveer 900. Dat door een dergelijke toename van het aantal
te behandelen gevallen en ook van het aantal medewerkers tot pl.m. 100,
fouten optreden, is niet meer dan een normale zaak. Ook de overheid
maakt fouten in haar sociale hulpverlening. Misschien relatief gezien,
d.w.z. in aanmerking genomen de middelen, de mankracht en haar moge-
lijkheden, zelfs nog meer dan Release. Een andere fout zou het naar spre-
kers mening zijn, als de gevraagde subsidie niet zou worden verieend.
Bovendien is gebleken dat het college van burgemeester en wethouders
van Haarlem wel bereid is een ,,onwettige instelllng die onwettige midde-
len gebruikt" te subsidiëren met liefst 14.000,Dit kan men lezen in
de begroting voor 1972. Sprekers fractie zou willen voorstellen auan
Release een subsidie van 1.000,te verlenen, conform het standpunt
van de minderheid van het college.
De heer Brandsma stelt vast dat de raad zich vanavond bij de behan-
deüng van dit punt van zijn goede zijde heeft laten zien. Immers de serieus-
heid waarmee de sprekers het woord hebben gevoerd duidt er op, dat een
ogenschijnlijk wat simpele zaak, n.l. een subsidie-aanvrage, toch een
behoorlijk induiken in de problematiek die hier speelt tot gevolg heeft