30 september 1971
245
zover is, dat duidelijk kan worden gesteld: dat hier een taak voor de
overheid ligt om dit werk te steunen, terwijl men nog niet eens zeker
weet of het niet op een bestrijding van de overheid uitloopt. Dit laatste
mâg wat spreker betreft, maar dan valt Release buiten de subsidies. Om
nu direct zo 'hard achter Release aan te lopen omdat er geholpen wordt,
vindt spröker onjuist. Natuurlijk wordt er geholpen, maar dat hoeft toch
niet met ao'n raadselajchtige taal er omheen. Die taal is spreker op dit mo-
ment te onduidelijk. Het kan best zijn dat spreker er over een jaar anders
over denkt en achter een voorstel tot suhsidiëring gaat staan. Spreker
ziet het subsidiëren met f 1.000,— als een gebaar, als een zekere ondoor-
dachte vlotheid men moet spreker nlet kwalijk nemen dat hij het zo
uitdrukt en misschien ook wel uit spontaneïteit, geleid door de gedachte
dat er wordt geholpen. Maar moet de overheid er daarom achter gaan
staan? Als de geboden hu'lp op den duur werkelijke hulp hlijkt te zijn,
die geen bij'bedoelingen heeft, die niet teveei uitgaat van een bepaalde
poiitieke insteliing, die niet bedoelt de geldende grondslagen op de een
of andere wijze openlijk of bedektelijk aan te tasten, op welk gebied dan
ook, dan is ook voor spreker het moment gekomeni dat hij achter deze
subsidie gaat staan, maar nu is alles hem veel te onbepaald.
Spreker zal geen diepgaande discussie beginnen over recht en wet; dat
is een oud probleem. Het positivisme stelöe: „Alles wat in de wet staat is
recht". Daar zijn de grootste ongelukken mee gebeurd. Eivengrote onge-
lukken zijn er gebeurd toen men stelde: „das gesundenes Volksempfinden
ist Recht" en daarmee alle joden buiten de wet gesteld; dat hebben wij ook
meegemaaJkt. Het is een zeer haehelijke stelling, een zeer gevaarlijke,
om zomaar in een idiscussie te zeggen: „nou ja, die wetten zijn er wel,
maar (iaar hoeft men zidh niet altijd aan te houden". Dit laatste kan
alleen wanneer het geweten werkelijk bepaalt, nu rnoet men ophouden
de wet te volgen, maar als het geweten niet in het geding is, heeft men
zich te houden aan de ,,spelregels" het is eigenlijk een veel te zacht
woord aan de regels die in de maatsöhappij gelden. Recht is het ge-
raamte van de maatschappij en als men dlt loslaat is men nergens meer.
Spreker heeft zojuist het voorheeld aangehaald van Poujade die pro-
pageerde dat geen belasting behoefde te worden betaald, want daar was
men niet aan gebonden. Zo kan spreker honderden voorbeelden noemen
uit Duitsland, Nederland en Frankrijk. Het is spreker wat Release betreft,
allemaal te onduidelijk. De hele stellingname is hem te zwak, te gevaarlijk.
Hij beluistert er elementen in die bij hem de rode lamp doen gaan branden
en rood betekent in velerlei opzicht gevaar. Spreker wil niet zeggen dat
Release rood is, dat interesseert hem ook weinig, maar hij wil dat het stre-
ven van Rdlease eerst wat duidelijker wordt. Spreker let niet zozeer op
woorden maar op daden. Bij een latere subsidieaanvrage zal spreker er
zich zeker opnieuw over beraden, maar het is hem nu nog te vroeg.
Wet'houder van Arb zegt dat de discussie hem doet denken aan de uit-
spraak van een hooggeplaatst ambtenaar misschien wel 20 of 30 jaar
geleden die zei: „over een ambtenaar worden alleen goede dingen ge-
zegd op het moment dat hij een misstap begaat". Zo is het ook met Release.
Juist omdat men bepaalde handelingen van Release niet goed vindt, is
er zoveel goeds van Release gezegd. Het is niet het goede in Release dat
de raad zou doen beSluiten subsidie te geven, maar om hetgeen Release
in bepaalde gevallen verkeerd doet. Als het inderdaad een fout betrof zou
men daar overheen kunnen stappen, maar omdat Release ook onwettige
middelen gebruiïkt is het naar sprekers mening principieel onjuist dat
Release door de overheid wordt gesubsidieerd.
De heer de Ruiter heeft een voorbeeld aangehaald dat 150 jaar geleden
nog voorkwam, n.l. dat als men toen een kind dat ter dood was veroor-
deeld wegens het stelen van een brood, aan de overheid onttrok, dat z.i.