224
30 september 1971
Spreker heeft zich de vrijheid veroorloofd mede te delen hii was er ook
gerust op dat hij dat tegen de heer Jager kon Zeggen omdat hem het vuur
door de commissie voor de volksgezondheid nogal na aan de schenen werd
gelegd - dat hij reeds in de maand juni in het oollege had gepleit voor
het uitbrengen van een soort interim-rapport aan de raad, gezien het
teit dat er enkele dingen naar buiten waren gekomen, zoals het vertrek van
de zusters en het vertrek van de specialisten die dit natuurlijk aan hun
patienten hebben meegedeeld. Spreker verwachtte wel dat er tengevolge
daaryan berichten in de pers zouden verschijnen. Spreker heeft er toen
eerlijkheidsihalve bij gezegd, dat de meerderheid van het college van mening
was, dat het nog te vroeg was om de raad in te lic'hten omdat alles nog zo
onzeker was. Dat is het trouwens nu nog, want de vraag of de groeps-
praktijk doorgang zal vinden is ook nu nog niet afgerond.
Spreker is blij van de heer Nederveen te mogen horen dat diens fractie
met burgemeester en wethouders het standpunt inneemt dat er goede alter-
natieven voor het gebruik van het gezondheidshuis aanwezig zijn. Burge-
meester en wethouders hebben intussen van één van de huisartsen, die be-
langstelhng heeft, een uitvoerige brief ontvangen waarin hij zijn visie geeft
op de groepspraktijk en enkele wensen ten aanzien van het gebouw uit en
over de huur spreekt. Spreker vraagt de raad vertrouwen in het coll'ege
te stellen en nog enig geduld te oefenen, want onderhandelingen met huis-
artsen moeten zeer delicaat en zeer subtiel worden gevoerd. Een pas ge-
promo-veerd dokter in de geneeskunde heeft in „Intermediair" een mooi
artikel over groepspraktijken gesehreven. Hij ziet daarin opgenomen de
huisartsen de physio-therapeutische afdeling, en de tandartsen. Een van
diens stellingen was, dat het oprichten van een groepspraktijk staat of
valt met de karakters van de samenwerkende tandartsen. Spreker wil
mets kwaads van de huisartsen zeggen, maar ond'erhandelingen met hen
zijn zeer moeilijk. Het college staan bepaalde altematieven voor ogen als
opnchten van een groepspraktijk onverhoopt niet zou gelukken.
De heer Jager vindt het jammer dat wethouder Verkouw de affaire van
,eren, Van Maaren en Eizema naar voren heeft gebracht, ondanks dat
spreker hem vodr deze vergadering had meegedeeld dat hij dit persoonlijk
expres met zou doen. Nu dit toch is gebeurd zou spreker er een opmerking
over willen maken. Spreker gelooft vooralsnog maar hij is daar niet
voüedig oyer geïnformeerd dat het feit dat de heer Van Maaren be-
sioten heeft zijn praktijk waarschijnlijk in zijn woonhuis voort te zetten
het yoor de heer Eizema niet bijzonder moeilijk behoeft te maken om zijiî
praktijk m het gezondheidshuis te blijven uitoefenen. Volgens sprekers in-
formatie werken beide heren reeds lange tijd gesc'heiden. Bovendien
is het zeer onwaarschijnlijk dat er een concurrentiepositie tussen beide
heren zou ontstaan, omdat in het overleg tussen beide heren, zeker van
de kant van de heer Van Maaren naar voren is gebracht, dat wat hem
betreft dezelfde wijze van samenwerking met betrekking tot de verwijzing
van patienten naar elkaar, doorgang zal kunnen blijven vinden. Spreker
g,cer-,toe dat zijn mformatie nog niet vol'ledig is omdat hij de heer Eizema
slechts heel kort heeft kunnen spreken, maar hij vond toch dat dit even
moest worden gezegd, gezien het feit dat wethouder Verkouw deze affaire
naar voren heeft gehaald.
Wethouder Verkouw antwoordt dat het juist is dat de heer Jager hem
de bewuste vraag heeft gesteld, maar omdat de heer Kettenis naar voren
bracht dat de afdeling phygio-therapie blijft bestaan, dacht spreker dat het
voor een goede informatie, ook van de pers, juister was, om te zeggen hoe
deze zaak zich heeft ontwikkeld. De heer Jager geeft er nu enkele bijzon-
derheden over en gaat daarin vrij ver. Spreker vraagt deze zaak nu verder
aan het college over te laten dat de raad t.z.t. nader zal informeren.
k. vragen van de leden van de raad, mevrouw mr. A. J. H. Gaasterland-