119 2e afd. 28 oktober 1971 GEL.DLENING N.V. BANK VOOK NEDERLANDSCHE GEMEENTEN GROOT 700.000,—. De Raäd der g-emeente Heemstede; gezien het voorstel van burgemeester en wetlhouders; gelet op de artikelen 170 en 228 der gemeentewet; BESLUIT: met de N.V. Bank voor Nederlandsöhe Gemeenten te 's-Gravenlhage, hiema te noemen „geldgeefster", ten laste van de gemeente Heemstede, hierna te noemen „geldneemster", een geldlening aan te g"aan groot f 700.000,zevenhonderdduizend gulden) tegen een koers van 100%, op te nemen op 1 november 1971 en verder onder de volgende bepalingen: Artikel 1. Geldneemster zal over het onafgeloste nominale bedrag der lening be- talen een tegen acht en één/vierde ten honderd per jaar te berekenen rente, te voldoen op 1 mei en 1 novemlber van elk jaar, voor het eerst on 1 mei 1972. Bij de berekening van de rente zal elke maand op dertig dagen en elk jaar op driehonderd zestiig dagen worden gesteld. Artikel 2. Geldneemster zal het bedrag der lening afiossen in 25 jaren en wel in de jaren 1972 tot en met 1996 f 28.000,per jaar. De aflossingstermijnen zullen worden voldaan op 1 november van elk jaar. Artikel 3. Algehele of gedeeltelijke extra-aflossing der iening zal tot 1 november 1981 zijn uitgesloten; met ingang van laatstgenoemde datum zal geld- neemster uitsluitend op de aflossingsverschijndagen extra mogen afiossen, dooh sledhts tegen betaling van een vergoeding van één en een half ten honderd van he't extra af te iossen bedrag, indien de aflossing plaats vindt vöôr 1 november 1986, terwijl zuiks gedurende de verdere looptijd der lening slechts mogeiijk zal zijn togen betaling van een zodanige vergoe- ding, berekend naar één ten honderd van het extra af te lossen bedrag. Geldneemster zal van haar voomemen tot extra-afiossing der lening tenmmste zes maanden teVoren aan geldgeefster schrifteiijk kennis geven. Deze kennisgeving is onherroepelijk en verplicht geldneemster op de ge- stelde datum de extra-aflossing te doen. De bedragen overeenkomstig dit artikel extra afgelost, zullen gerekend worden allereerst te zijn betaald in mindering van de laatste aflossings- termijn, daama van de voorlaatste en zo vervolgens. Artikel 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 9 zal geldneemster aan geldgeefster een aandeel vergoeden ad van het nominale leningsbedrag in de kosten verbonden aan de verkrijging van de fondsen, waaruit de onder- havige geldlening door geldgeefster aan geldneemster wordt verstrekt. Artdkel 5. Alle aan geldgeefster versehuldigde betalingen zullen geschieden te haren kantore te 's-Gravenhage of bij een nader door geldgeefster aan te wijzen betaalkantoor.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1971 | | pagina 2