131
4e afd.
28 oktober 1971
VASTSTELLLNG MAXIMUM AANTAL WOONWAGENS.
Heemstede, 13 oktober 1971.
Aan de Raad,
Met toepassing van artikel 31a van de Wet op woonwagens en woon-
schepen (Stlbl. 1918, nr. 492) hebben Gedeputeerde Staten dezer provincie
bij besluit van 15 augustus 1967 het maximum aantal woonwagens dat op
het woonwagenlkamp van Heemstede behoeft te worden toegelaten, bepaald
op 15.
Genoemd artikel en daarmee ook het besluit van Gedeputeerde Staten
zijn door de inwerkingtreding van (o.m.paragraaf 10 van de Woonwagen-
wet op 1 oktober 1970 bmten werking getreden.
Op grond van artikel 5 van deae wet bepaalt de gemeenteraad onder
goedkeuring van gedeputeerde staten voor hoeveel woonwagens het door
elke gemeente al dan niet in samenlwerking met een of meer andere
gemeenten in stand te houden openbaar centrum voor woonwagens
bcst emd is
Op het woonwagenkamp staan thans 15 wagens (inclusief de wagen
van de St. Vincentius-verenigingHet is niet uitgesloten dat enkele be-
woners binnenkort een grotere wagen zuilen aanschaffen; enkele andere
bewoners zijn daartoe oniangs al overgegaan. Door het plaatsen van
grotere wagens wordt de besdhikbare ruimte voor 15 wagens te klein. Het
is uiteraard van groot belang dat op het kamp voldoende ruunte aanwezig
is voor doorgang van ziekenauto's, brandweervoertuigen e.d.
Wij menen op grond van het vorenstaande dat het maximum dient te
worden gesteld op 13.
Wij geven u in overweging hiertoe te besluiten.
Vermoedelijk zullen binnenkort enige bewoners van het kamp vertrekken,
zodat het werkelijke aantal wagens spoedig niet meer dan 13 zal zijn.
De Raad der gemeente Heemstede;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 oktober j.l.
het aantal wagens waarvoor het openbaar centrum van woonwagens nabij
de Ringvaart, alhier, bestemd is op 13.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
W. H. D. Quarles van Ufford.
De secretaris,
J. M. Kruitwagen.
BBPAALT:
Heemstede, 28 oktober 1971.
De Raad voomoemd,
De voorzitter,