147
2e afd.
25 november 1971
GELDLENING N.V. BANK VOOR NEDERLANDSCHE GEMEENXEN
GROOT f 84.000,—
De Raad der gemeente Heemstede;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 170 en 228 der gemeentewet;
BESLUIT:
met de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten te 's-Gravenhage, hierna
te noemen ,,geldgeefster", ten laste van de gemeente Heemstede, hiema te
noemen ,,geldneemster", een geldlening aan te gaan groot f 84.000,(vier
en tachtig duizend gulden), tegen een koers van 99% op te nemen op
1 december 1971 en verder onder de volgende bepaltngen:
Artikel 1.
Geldneemster zal over het onafgeloste nominale bedrag der lening be-
talen een tegen acht en één/achtste ten honderd per jaar te berekenen
lente, te voldoen op 1 juni en 1 december van elk jaar, voor het eerst op
1 juni 1972.
Bij de berekening van de rente zal elke maand op dertig dagen en elk
jaar op driehonderd zestig dagen worden gestel'd.
Artikel 2.
Geldneemster zal het bedrag der lening aflossen in 25 jaren en wel in
de jaren 1972 tot en met 1996 3.360,per jaar.
De aflossingstermijnen zullen worden voldaan op 1 december van elk
jaar.
Artikel 3.
Algehele of gedeeltelijke extra-aflossing der lening zal tot 1 december
1981 zijn uitgesloten; met ingang van laatstgenoemde datum zai geld-
neemster uitsluitend op de aflossingsverschijndagen extra mogen aflossen,
doch slechts tegen betaling van een vergoeding van één en een half ten
honderd van het extra af te lossen bedrag, indien de aflossing plaats vindt
vôör 1 december 1986, terwijl zulks gedurende de verdere looptijd der
lening slechts mogelijk zal zijn tegen betaling van een zodanige vergoe-
ding, berekend naar één ten honderd van het extra af te lossen bedrag.
Geldneemster zal van haar voornemen tot extra-aflossing der lening
tenminste zes maanden tevoren aan geldgeefster schriftelijk kennis geven.
Deze kennisgeving is onherroepelijk en verplicht geldneemster op de ge-
stelde datum de extra-aflossing te doen.
De bedragen overeenkomstig dit artikel extra afgelost, zullen gerekend
worden allereerst te zijn betaald in mindering van de laatste aflossings-
termijn, daarna van de voorlaatste en zo vervolgens.
Artikel 4.
Onverminderd het bepaalde in artikel 9 zal geldneemster aan geld-
geefster een aandeel vergoeden ad van het nominale leningsbedrag
in de kosten verbonden aan de verkrijging van de fondsen, waaruit de
onderhavige geldlening door geldgeefster aan geldneemster wordt ver-
strekt.
Artikel 5.
Alle aan geldgeefster verschuldigde betalingen zullen geschieden te
haren kantore te 's-Gravenhage of bij een nader door geldgeefster aan
te wijzen betaalkantoor.