320
25 november 1971
vertrouwen g;even aan het cöllege, hij wil dat vehtrouwen niet ontzeggen,
maar zou het iets anders willen uitdrukken het college met nadruk
willen verzoeken om op korte termijn een onderzoek in te stellen naar de
mogelijkheden van het gedefluorideerde water middels enkele centrale
tappunten en wat hem 'betreft om de gemeente Amsterdam te verzoeken
de fluoridering uit te stellen totdat op dat punt meer inzicht is verkregen.
De voorzitter: „U bedoelt dit gezien het contact op 6 decemiber"
De heer De Ruiter vindt het eigenlijk onjuist om eensdeels een maat-
regel te nemen, terwijl het andere gedeelte van het besluit nog onvol-
doende is uitgediept. Hij blijft die fluoridering voorstaan en zou dat ook
gewoon uit willen spreken. Aan de andere kant vanwege de gewetensbe-
zwaren die er nu eenmaal zijn, gelooft hij dat daar recht aan gedaan moet
worden door de alternatieve mogelijkheden ook echt te onderzoeken en
om dat onderzoek een kans te geven zou naar zijn mening de gemeente
Amsterdam gevraagd moeten worden het onderzoek af te wachten, voor-
dat ze definitief tot fluoridering overgaat. Als het college dat voorstel,
zoals hij dat nu formuleert, zou w'illen ovememen, dan zal hij daar zelf
geen voorstel van maken.
De heer Jager vraagt of de heer 'De Ruiter op dit moment akkoord gaat
met het voorstel van het college onder toezegging van het college, dat ze
dit onderzoek zullen aanvragen bij Amsterdam, of betekent het, dat hij
toch deze beslissing wil aanhouden totdat hij daar duidelijkheid over heeft.
De heer De Ruiter wil gaame de motie voorlezen, die hij in voorbereiding
heeft voor het geval het college het voorstel niet zal ovememen. Hij ge-
looft dat hij de vraag van de heer Jager dan direct en rechtstreeks beant-
woordt. De motie luidt als volgt:
,,De Raad der gemeente Heemstede, gehoord de beraadslagingen over de
fluoridering van het drinkwater, overwegende, dat zij de fluoridering in
het algemeen gewenst en noodzakelijk acht, erkennend dat aan de proble-
men van de gewetensbezwaarden tegemoet moet worden gekomen, nodigt
het college uit op korte termijn een onderzoek in te stellen naar de moge-
lijkheden om via defluoridering ongefluorideerd water ter beschikking te
stellen en er bij de gemeente Amsterdam op aan te dringen de fluoridering
uit te stellen totdat voorzieningen als hiervoor bedoeld zijn getroffen".
De voorzitter schorst de vergadering voor nader beraad in het college.
De voorzitter heropent de vergadering.
De voorzitter deelt mede, dat het oollege voorstelt de motie van de heer
De Ruiter over te nemen, maar met een amendering, ten aanzien waarvan
het college eerst wil vragen aan de voorsteller, of deze amendering nog
voldoende zijn motie herkenbaar maakt om aanvaardbaar te doen zijn.
Na de amendering luidt de motie als volgt:
„De Raad der gemeente Heemstede, gehoord de beraadslagingen over de
fluoridering van het drinkwater, overwegende, dat zij de fluoridering in
het algemeen gewenst en noodzakelijk acht, erkennend dat aan de pro-
blemen van de gewetensbezwaarden tegemoet moét worden gekomen,
nod'igt het college uit het onderzoek naar de mogelijkheden om ongefluori-
deerd dririkwater ter beschikking te stellen voort te zetten, en er bij de
gemeente Amsterdam op aan te dringen de fluoridering uit te stellen tbtdat
voorzieningen als hiervoor bedioeld zijn getroffen".
Spreker zegt dat het college de voorgaande tekst voors'telt mede in het
licht van de Kroonuitspraak en in verband met een ruimere armslag
de heer De Ru'iter heeft in feite gekozen voor een bepaalde wijze plus
het voortzetten van het onderzoek wat zowel lokaal als interlokaal aan-
hangig is.