■pp 324 25 november 1971 De heer Van Tongeren zegt dat van zijn fractie een motie verwacht kan worden. Hij zegit dat het hem hogelijk verfoaast, dat de commissies die d®X°ri8'e week het>ben vergaderd, waarna vele leden van de Raad waar- schijnhjk met veel moeite, de stukken die ze konden vinden hefoben be- studeerd, dat dan nu het college komt met het voorstel om dit punt aan te houden, terwijl de raadsleden eergisteren een gedrukt exemplaar van het voorstel hebben ontvang-en. Hij heeft veel werk aan deze zaak besteed wat eigenlrjk niet nodig was geweest. De heer Jager is folij dat het college bereid is om het advies van de commissies op te volgen. Hij had hier al een voorstel voor gemaakt dat hij nu dus niet zal indienen. Hij heeft ook nog een motie klaar liggen die hij wel graag wil indienen, die namelijk, als de Raad besluit het college te verzoeken de beslissing aan te houden over deze zaak, een actie van het college vraagt die dan ook mogelijk wordt. De yoorzitter wi'l de heer Jager gaame gelegenheid geven tot voorlezing van zijn motie, opdat de raadsleden kunnen horen of het bij hun stelling- name ten aanzien van het voorstel van het college nog een rol speelt en vraagt door wie de motie wordt ondersteund. De heer Jager zegt nog geen gelegenheid te hebben gehad om de hand- tekemngen onder zijn motie te vragen van mede-raadsleden, maar hii weet dat het door verschillende van hen wordt gesteund. De voorzitter schorst de vergadering om de heer Jager gelegenheid te geven dit formule punt in orde te maken. De voorzitter heropenit de vergadering. De heer Jager zegt dat hij nog geen handtekeningen onder zün motie heeft gekregen, omdat men vindt dat hij de vragen die hier in liggen mondeling moe't stellen, de antwoorden van het college af moet wachten en als dat met bevredigt eventueel de motie alsnog in moet dienen en dan zal hij steun krijgen. Br is nog een andere reden dat hij het voorstel niet goed heeft kunnen bestuderen waarom hij voor uitstel zou willen pleiten. Als spreker goed is gemformeerd, dan heeft de burgemeester tijdens een plenaire vergade- nng van het I.S.K. reeds een standpunt, als hier voor de raadsleden ligt mgenomen. In die I.S.K.-vergadering is afgesproken, dat de kring Plano- lope een gezamenlijk pre-advies zou opstellen, dat gelijkluidend aan alle raden zou worden voorgelegd. Hem is ook gefoleken, dat Heemstede op die vergadenng van Planologie^we'thouders niet vertegenwoordigd is geweest Ben feit daJt misschien te verklaren is, maar dat toch in hoge mate valt te betreuren. Verder is spreker gebleken dat over het pre-advies van het college op geen enkele wijze overleg is gepleegd met de andere I.S.K.- gemeenten Ook dit is een zaak die hij betreurt. Het Heemsteedse college stelt m een pre-advies, dat afwijkt van het I.S.K.-standpunt dat dit laatste onvoldoende onderbouwd is. Het stelt dit terwijl het niet eens aanwezig îs geweest bij de opstelling ervan in de I.S.K.-kring, en dus de discussies die aan dit stuk ten grondslag liggen niet heeft kunnen volgen Daarenboven stelt zij dit, terwijl een lid van het college toegeeft niet eens alle voorhanden zijnde materiaal gelczen te hebben, terwijl ook een belang- tÏ ^appor-t als van ir. Vos over de technisch-mautisdhe aspecten van de Voohhaven, het college nog niet bekend was. Hij zelf is zich wel op de hoogte gaan stellen van de motieven die b.v. in de gemeente Haarlem ge- speeld hebben om te komen tot de afwijzing van de Voorhaven, door gis- teren het debat in de Haarlemse Raad te gaan volgen. Toen Heemstede een aantal maanden geleden besloot in principe akkoord te gaan met de Kennemerraad, heeft hij gezegd, dat deze Kennemerraad te meer van be- lang was daar een gezamenlijk Zuid-Kennemer standpunt over b.v. het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1971 | | pagina 38