350
16 december 1971
Het is nog niet lang geleden dat Christelijke partijformatie werd ver- he
dedigd op grond van de zgn. antithese, de tegenstelling tussen geloof en ge
ongeloof, tussen goed en kwaad. Het woord van Jezus: ,,wie niet voor mij zij
is, zal tegen mij zijn" werd mee ter verdediging van deze stellingname te
aangevoerd. Te weinig werd echter gezien dat de tegenstelling tussen U
geloof en ongeloof niet dezeifde is als tussen gelovige en ongelovige. Dat bli
in ieder mens zioh de tegenstelling de antithese bevindt tussen goed va
en kwaad. Bn zo moet men wel komen tot de gedachte dat Christelijke sa:
partijformatie op basis van een gelijke confessie alleen, onvoldoende is ge- zej
grondvest. De noodzakelijke gevolgtrekking hiervan is dat Christelijke vo
politiek niet alleen Christelijk, maar ook politiek moet zijn, dat wil zeg- de
gen, het Ohristelijk uitgangspunt van het politieke denken moet worden co)
omgezet in een doelstelling. Eerst dan kan men van Christelijke politiek
spreken. he
Samenvattend zou ik willen zeggen: iet
Uitgangspunt en doelstelling vormen tezamen de basis voor het be- ve:
drijven van politiek. ric
Merkwaardig is het te signaleren dat nu de Christelijke partijen hun be- eei
staansreeht op grond van de antithese, derhalve op basis van de tegen- va:
stellingen in uitgangspunt alléén, hebben verworpen als ondeugdelijk, er me
juist nu een belangrijke stroming in de politiek opkomt die het politieke ge:
leven wil laten lopen via wat men noemt de polarisatie. Peitelijk is pola- wo
risatie niets anders dan antithese, maar dan niet gericht op de uitgangs- ho^
punten maar op de doelstellingen. En zo goed als de leer van de antithese in
te kort deed aan het belang van de doelstelling in de politiek, zo verwaar- kr
loost de polarisatiegedachte het belang van het uitgangspunt in de politiek. da
Het is dacht ik, genoegzaam bekend wat wij als uitgangspunt voor ons Ca
politiek denken aanvaarden. Het vaste geloof dat de wetten en normen rin
welke in Gods Woord vast liggen, haar betekenis voor de wereld niet heb-
ben verloren. En de overtuiging dat het Evangelie van Jezus Christus we
ons uitzicht geeft op een betere wereld, hetgeen ons de plicht geeft daar- vei
aan naar beste weten en kunnen te werken. Wij geloven dat die betere ta<
wereld, die betere samenleving alleen tot stand kan komen via gerechtig- wo
heid en waarachtigheid in ons denken en handelen. gei
Maar waarop rust nu de noodzaak van Ohristelijke partijformatie Wij lee
zijn van mening dat er in onze gevarieerde samenleving siechts hoogst- dir
zelden voUedige overeenstemming over de practische doelstellingen zal ha
bestaan. Dat bovendien de groep dergenen waartussen die overeenstem- str
ming bestaat van dag tot dag kan wisselen naar gelang onderwerp en fei
omstandigheden. Niettemin heeft de kiezer, tereoht, er behoefte aan zijn eei
stem uit te brengen op iemand, of iets, waarin hij zijn eigen identiteit min wa
of meer weerspiegelt ziet. Die eigen identiteit moet de kiezer kunnen eig
vinden in het uitgangspunt, daarbij zijn vertrouwen gevend aan de ge- mc
kozene, in de verwachting dat hij zijn identiteit ook in de uitwerking van ste
het uitgangspunt zal kunnen terugvinden. Juist in verwarde tijden als deze J
klemt daarom temeer de verplichting om het Christelijk politieke denken de
ook in een organisatie vorm te geven. da:
Maar nu genoeg hierover. De begroting voor 1972 ligt voor ons en vr£
vraagt onze aandacht en kritische beschouwing. Maar voor alles willen we
wij er bij stil staan, dat dit de eerste begrotingsbehandeling is onder hei
uw leiding. Een reden alleen al om ons op deze dagen te verheugen. In de hei
maanden waarin U aan onze raadsvergaderingen leiding hebt gegeven, hd
hebben wij U leren kennen als een vastberaden maar milde voorzitter,' hre
die graag bereid is oneffenheden glad te strijken en steeds een goede de
sfeer in deze vergaderzaal nastreeft. Bij uw installatie werd m.i. wel on'
eens teveel de indruk gevestigd als zou U met een makkelijke raad te gm
doen krijgen. Dat is, geloof ik, geen compliment voor een bestuurscollege. ins
Niet gemakkelijk, dat is onze taak niet, maar wel kritisch eerlijk, is ke<