OPENBARE VERGADERING
van de Raad der Gemeente Heemstede
op donderdag 16 december 1971, des n.m. om 7.30 uur.
16 december 1971
333
Voorzitter: Jhr. mr. W. H. D. Quarles van Ufford, burgemeester.
Tegenwoordig zijn de leden: de heer C. Brandsma, mevr. F. Diel-Kroese,
de heren B. van Tongeren, mr. M. J. E. M. Jager, G. W. Kuiper, M. J. M.
van der Hulst, H. H. Riicker, mr. C. M. van Emmerik, mr. F. B. M. Ne-
derveen, J. W. Beijen, mevr. drs. P. M. J. van Hoeken-Klinkenberg, de heer
dr. J. K. van den Briel, mevr. mr. A. J. Snoep-Mook, de heren drs. P. P.
Kettenis, C. R. Kirschbaum, mevr. mr. A. J. H. Gaasterland-Braaksma, de
heer dr. J. de Ruiter en de wethouders, de heren H. J. Verkouw, H. H. van
Ark, G. J. Willemse en mr. O. H. van Wijk.
Secretaris: mr. J. M. Kruitwagen.
De voorzitter opent de vergadering op de gebruikelijke wijze.
Mevr. Van Hoeken wordt door het lot aangewezen om bij eventuele stem-
mingen het eerst h£iar stem uit te brengen.
AGENDA:
1. Ingekomen stukken.
2. Behandeling gemeentebegroting en bedrijfsbegrotingen voor het dienst-
jaar 1972 met bijbehorende begrotingswijzigingen en subsidievoorstel.
(154)
I. INGEKOMEN STUKKEN.
a. besluit van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 1971 tot
verkoop van een perceel grond, gelegen aan de Kees van Lentsingel,
aan mevrouw G. J. M. Bodde-Harmsen, zulks ingevolge delegatie-be-
sluit d.d. 28 augustus 1969, nr. 87.
De heer Rücker vraagt of bij besluiten als het onderhavige, een situatie-
tekening bij de ter inzage liggende stukken kan worden gevoegd, opdat
de raadsleden kunnen zien over welk object gehandeld wordt.
De voorzitter zegt dit toe.
b. besluit van burgemeester en wethouders d.d. 24 november 1971 tot ver-
mindering van de verkoopprijs van een perceel grond, gelegen aan de
W. Denijslaan, op 24 juni 1970 verkocht aan D. van Zijverden, zulks
ingevolge delegatie-besluit d.d. 28 augustus 1969, nr. 81.
De heer De Ruiter zegt dat het in het algemeen natuurlijk bijzonder vaak
gebeurt, dat tussen de glöbale meting en de nauwkeurige meting door de
landmeter, kleine verschillen ontstaan en vandaar dat in een voorlopig
koopcontract dan ook'altijd de bpaling staat, dat onder- en overmate geen
aanleiding zal geven tot verrekening tussen de partijen. Nu is het duide-
lijk dat in dit geval in eerste aanleg een hele grove misrekening heeft
plaats gehad in die zin, dat het ging om een percentage van ongeveer 10%
van de oppervlakte, en spreker kan zich voorstellen dat het college in zo'n
geval dan afwijkt van de. letterlijke tekst van het beding en tot terugbe-
taling van een gedeelte overgaat.
Iets anders ligt het naar zijn mening, als eenmaal die verfijning, dat
herstel van die fout, heeft plaats gevonden, en er daarna bij opmeting door
het kadaster nog een kleine afwijking blijkt te zijn, in dit geval liggend
