I
352 16 december 1971
De financiën van de gemeente, Mijnheer de Voorzitter, vertonen onge- I
twijfeld een gunstig beeld. Merkten wij vorig jaar op, dat een sluitende lijk
begroting alleen dan gunstig genoemd mag worden indien het algemeen de
voorzieningenpeil een bepaald niveau heeft, thans kunnen wij constateren is i
wederom een sluitende begroting te hebben, waarin echter reeds met een ma
aantal belangrijke kostbare voorzieningen rekening is gehouden. Het prc
verheugt ons in Uw opgave reeds uitgaven te ontdekken voor het school- we:
advieswerk, de aanleg van een open ijsbaan en verschillende andere sport- hec
voorzieningen. Het verontrust ons echter, dat een zo groot deel van de kui
post onvoorziene uitgaven bestemd moet worden voor voorzieningen voor din
het regionale en doorgaande verkeer. Het komt ons onrechtvaardig voor, gei
dat onze gemeente deze last geheel alleen zou moeten dragen. Wij willen prc
er daarom ten sterkste bij U op aandringen dat een belangrijke bijdrage voc
van hogerhand hiervoor wordt gevraagd. Dat U meent ons enkele be- wo
lastingverhogingen te moeten voorstellen heeft ons niet verbaasd. De uit- dez
breiding van de gemeentelijke taken en de verhoging van alle kosten dat
maken dergelijke belastingaanpassingen ons inziens aanvaardbaar en nood- gre
zakelijk. Wel bezwaar hebben wij tegen verhoging van de tarieven van de I
bedrijven, indien de opbrengsten van deze verhogingen worden aangewend hui
ter financiering van de algemene dienst. Principieel willen wij stellen, dat gef
wij tariefsverhogingen alleen dan aanvaardbaar achten indien deze nodig koi
zijn voor kostendekking van het betrokken bedrijf. BVentuele winsten van we
de bedrijven behoren in deze bedrijven zelve te worden gereserveerd. Ten C
opzichte van het voorstel tot verhoging van de gastarieven zullen wij dan in
ook voorshands een afwachtend standpunt innemen. vie
Een moeilijk punt in de begroting blijft voor ons steeds het subsidie- gei
beleid. Welke normen moeten toch gelden om voor subsidie in aanmerking mil
te komen? Wij zijn er niet in geslaagd hierin een duidelijk inzicht te ver- haî
krijgen en als wij de subsidienota nalezen, hebben wij het gevoel dat het I
college evenmin met een duidelijk inzicht in deze materie wordt belast. rin
In het algemeen blijft onze opvatting, dat subsidie moet dienen om te aai
stimuleren, om een klimaat in het leven te roepen waarin anderen aan uit'
het werk kunnen gaan. Subsidiëren moet niet worden het aanvullen van ste
toevalligerwijs ontstane begrotingstekorten van verenigingen. Subsidie vai
moet in hoge mate bijdragen tot zelfwerkzaamheid van de burger en I
niet tot non-aktiviteit. Als zodanig kan de subsidiepolitiek een belang- hei
rijk instrument zijn ter bevordering van de geestelijke volksgezondheid. jeu
En zo komen wij haast als vanzelf op die bijzonder moeilijke pro- vai
blemen die onze samenleving de laatste jaren bezighouden. De aantasting fra
van het milieu, zowel in geestelijk als materieel opzicht. Wij willen niet spc
verhelen, dat onze fractie in dit opzioht ernstig bezorgd is. Het toe- uit
nemende materialisme in het denken en handelen als gevolg van de Wi;
groeiende welvaart leidt in ontstellende mate tot onverschilligheid en sta
individualisme. De bereidheid zich belangeloos voor een ander in te bec
zetten vermindert steeds sneller. Dreigen -wij niet een inspiratieloze maat- I
sohappij te worden? Is het een wonder dat onder deze omstandigheden I
grote groepen jongeren gaan vragen naar de zin van dit alles Het moet Ee:
toeh steeds de oudere generatie zijn die de jongere inspireert verder te we
werken aan een goede samenleving. En groeit thans niet een jongere ge- om
neratie op die wel bereid is te profiteren van maar niet te werken voor mo
onze maatschappij Zijn wij niet in een inflatiespiraal van normen en no.
idealen terechtgekomen, waarover veel meer zorg past dan over die van of
de lonen en prijzen? Vaak hoort men de opmerking dat dit generatie- bes
probleem er altijd is geweest. Maar zo gemakkelijk kunnen wij ons er niet dat
vanaf maken. Als een generatieprobleem bestaat uit de botsing van een dei
onrijp met een overrijp ideaal, dan groeien de generaties wel naar elkaar ecl
toe. Als die botsing echter is een botsing van een onrijp en overrijp nihi- noi
lisme, moet het ergste voor de samenleving worden gevreesd. wa