16 december 1971
371
aan de orde zou komen, hij had het plechtig beloofd, en over het algemeen
wat hij namens het college belooft en ook zelf, pleegt hij na te komen. Wat
toen in de Raad nog schrijnend leek, is nu ruim ingehaald, maar er
waren toen grotere belangen die voor moesten gaan. De heer Brandsma
heeft gezegd dat de man in de straat zich langzamerhand afvraagt voor
wie er nog gebouwd wordt. Spreker dacht dat die man de vraag iets
anders moest stellen, n.l. hoe kan er nog worden gebouwd, en dan kan hij
zelf een heel eind komen met het antwoord. Dan moet hij zijn uurloon
eens gaan vermenigvuldigen met het aantal werkuren nodig voor de bouw
van een huis en dan moet hij de sociale lasten daarbij niet vergeten op te
tellen, dan moet hij verder aanvaarden, dat de bouwer een bepaald per-
centage winst neemt van de totaliteit, zeg 10 of 20%, dat het ook bij de
materialen zo gaat, en dan kan hij zelf uitrekenen wat een huis ongeveer
moet kosten. En dan zal hij niet kunnen zeggen, voor wie wordt er nog
gebouwd, want dan weet hij hoe kan er nog worden gebouwd. Dat som-
metje geeft een bepaalde uitkomst, doch laat hij zich niet al te bezorgd
maken, want de eerste 5 jaar zal hij er niet in kunnen, maar daarna trekt
de zaak bij.
De doorstroming kan men bevorderen bij de woningtoewijzmg. Het
college is van plan dat met betrekking tot de Geleerdenwijk tot op de
bodem te gaan benutten. Wat de financiële regelingen, huursubsidie, enz.
betreft, is al bereikt dat voor Heemstede de norm voor de verhuiskosten
is verhoogd. Spreker meent van f 160,tot 325,Dit is al een Heem-
steedse uitzondering, die waarschijnlijk de landelijke regeling vooruitgaat,
maar het college tracht ook in dit opzicht te doen, wat gedaan kan worden.
In het verleden is spreker wel eens verweten of hij in de korte tijd dat hij
wethouder was, heel Heemstede vol wilde bouwen. Aan de andere kant
;is er altijd op aangedrongen om als er een plan kwam, er mee op te
schieten. Het is een probleem, dat hier wel eens breedvoeriger besproken
is. Moet men gronden reserveren? Maar als men weet, dat het bouwen
elk jaar duurder wordt, dan bestaat daartoe weinig neiging.
In antwoord aan de heer Van Tongeren zegt spreker dat een mens
visie moet hebben, maar als men nu een gewoon mens neemt, dan is
het toch zo dat de dagelijkse zorgen, de visie wel eens verduistert, en hij
er niet elk ogenblik aan toekomt. Men heeft natuurlijk in de eerste plaats
het gemeentelijk huishouden te besturen, aan de nood van de dag tegemoet
te komen en dat alles moet men met visie doen, maar toch aangepast
aan de realiteit.
Met betrekking tot de Geleerdenwijk heeft de heer Van Tongeren ge-
zegd, dat hij destijds zijn diensten heeft aangeboden. Spreker vond dat
uitstekend en er bestond geen enkele prestigekwestie aan de zijde van het
college om dat aanbod niet te aanvaarden. Alles is dankbaar aanvaard
wat kon helpen om met de genoemde heer in het reine te komen. Dat is
gelukkig gebeurd en daama is dat ook geprobeerd met de andere recla-
mant, die een bezwaarschrift had ingediend, maar die had uitdrukkelijk
gezegd dat hij de behandeling in de Provinciale Staten wilde afwachten.
Zodra dat gebeurd was is het college weer gaan onderhandelen en dat
heeft gelukkig tot een goed resultaat geleid. Spreker meent dat geen
dag langer gewacht is dan noodzakelijk is. Toen het college vernam dat
het land van Schie te koop was, werden astronomische bedragen genoemd,
die het college niet direct de oren deden spitsen. Het college heeft wel
een bod gedaan en het wil spreker voorkomen dat het college ook in deze
niet te kort is geschoten. Het gaat hier om een ruime bebouwing, die
op genoemd land wordt toegelaten krachtens een amendement, dat in de
Provinciale Staten is aangenomen. Het college probeert dit land te kopen,
doch niet voor elke prijs, dat kan spreker bij voorbaat zeggen, en het
woord onteigening is in dit verband al eens gevallen. Kan dat vermeden
worden, dan is dat uitstekend, maar dan zal men eerst weer met beide