16 december 1971
383
dan die van 1965, die o.a. ook op het stuk van de bejaardenenquetering
onvoldoende inzicht heeft gegeven.
Spreker zegt dat de heer Brandsma de commissie democratisermg heeft
genoemd, en dat hij er begrip voor heeft dat deze zaak binnenkort wordu
behandeld. De trage gang van zaken bij het I.S.K îs uiteraard ook bij
de heer Brandsma niet onopgemerkt gebleven. Spreker heeft îets gezegd
over de studiecommissie, het is niet in strikte zin een studiecommissie.
Deze commissie die volstrekt van wanten weet, heeft de ontwerp-regelmg
gereed. Spreker ziet geen verdere studie, hij ziet hopelijk nog slechts een
vergadering aan de gemeenschappelijke regeling gewijd, voordat het ont-
werp naar de Raden der gemeenten zal gaan.
Over de bromfietsridders zegt spreker dat sommigen zich als ridder
gedragen, er zijn uiteraard ook anderen, men dient echter de beperkte
bewegingsmogelijkheden in bepaalde plannen niet over het hoofd te zien;
men zoekt wel eens een bromfietsbaan, in alle openheid komt men dat
ook vragen; het college heeft daar nog geen oplossing voor gevonden.
De heer Brandsma heeft ook gesproken over de wijkagent. Spreker
weet dat de gemeente Gouda binnenkort met het wijkagentexperiment
gaan starten. Spreker mag zeggen dat hij goede relaties onderhoudt met
zijn collega in Gouda en hij wil graag, mede op de suggestie van de
heer Brandsma, nadat er wat ervaring is opgedaan met de wijkagent în
nieuwe stijl, er eens op terugkomen. Spreker ziet wel dat de kosten voor
de gemeente Heemstede, die toch zoals men weet een ander inwonertal
telt dan het bijna 50.000 inwoners tellende Gouda, wel eens een bezwaar
zou kunnen zijn. Spreker wil het echter niet aan die kapstok ophangen.
De heren Brandsma en Van Tongeren hebben ook gesproken over de
openbaar vervoerkwestie in het I.S.K. Blijkens aan spreker gegeven
informatie heeft het openbaar vervoer in de gemeente door de Noord-
Zuidhollandse wel degelijk een intergemeentelijk overleg destijds gekend
en spreker meent dat Haarlem daar toen het initiatief toe had genomen.
Op grond van een tekort aan financiële mogelijkheden is begrijpelijk ook
het Rijk gemoeid in deze hele problematiek. Haarlem heeft als gemeente
met het leeuwenaandeel, destijds de financiële onmacht beleden, ook in
het overleg met het Rijk en nu is er een commissie, een hele kleine, n.l.
Haarlem en de vervoermaatschappij. In de richting van de heer Van
Tongeren zegt spreker, dat het bestuurlijk toch wel een enigszins bij-
zondere operatie is om te zeggen, wij komen bij die commissie, of wij gaan
in die commissie zitten. Iets anders is dat het college er is geen offi-
ciële vervoerscommissie I.S.K. bij de twee commissies die daarvoor in
aanmerking komen, zeker deze zaak aan de orde zal stellen, omdat het
van mening is dat het in het I.S.K., in dat overleg, thuis hoort. In zoverre
betreurt het college het nu in dat kleinere verband bezien, vooral als het
daar min of meer voor een wat langere tijd zou blijven berusten.
Tot de heer Van Tongeren zegt spreker, dat men soms moet luisteren
naar de voorzitter omdat hij de vergadering regelt en geacht wordt niet
alleen het ongestoord voordragen mogelijk te maken, maar ook om de
vergadering geregeld te leiden, dat als hij een zeer persoonlijke kant-
tekening maakt, de heer Van Tongeren dat dan rustig naast zich neer
kan leggen, doch het is wel eenl uiting van de voorzitter, die zeer
serieus bedoeld is en aangezien hij aanneemt dat ook de opmerkingen van
de heer Van Tongeren serieus zijn bedoeld een serieuze bijdrage mag
uiteraard met humor gekruid zijn, spreker gelooft dat allen zich daar
wel eens graag aan te buiten gaan dan zou spreker toch in over-
weging willen geven, niet als systeem te veel sarcasme en badinering in
de woorden in te voegen. Spreker heeft namelijk meermalen de bijdrage
van de heer Van Tongeren, net zo goed als van de andere raadsleden aan-
gehoord, maar het valt op, terwijl hij aanneemt dat wat hij naar voren
brengt, toch bepaald bedoeld zal zijn als serieuze inbreng, dat als de heer