16 december 1971
385
t heeft beslist niet aanbevolen dat de sportstic'hting een gemeentebedrijf
zou moeten worden. Hij heeft daar ook al eens nadelen bij genoemd, dat
t dus degenen die bij de sport betrokken waren, bestuursleden van ver-
1 enigingen, niet aan hun trekken zouden komen. Spreker is het geheel
met de heer Willemse eens dat deze zaak niet zomaar beslist kan worden,
maar dat hier een nader beraad over nodig zal zijn. Spreker zegt dat hij
zelf ook nog niet precies ziet welke kant het uit zou moeten gaan, maar
dat kan best een kwestie van onderzoek zijn. Of het een verzwakkmg
van de sportstichting is, kan spreker ook op dit moment met beoor-
delen, maar hij gelooft dat het principe is, wat het kernpunt van zijn
betoog was, dat de sportstichting geen beleid moet voeren, maar dat dit
bij het college thuishoort; hij wil een nota van het college over deze zaak
met plezier afwachten.
De heer Van Ark heeft gesproken over de kwestie van de 4- of 6-klas-
sige school in de Geleerdenwijk. Spreker heeft gezegd, dat zijn fractie
achter deze school staat, zeker als die 4-klassig is, maar dat zij toch
aanbeveelt om zo te bouwen, dat eventueel uitgebreid zou kunnen worden
tot 6 klassen.
Verder wil spreker graag de voorzitter en wethouder Van Wrjk ant-
woorden over de kwestie van de winkeliers van de Zandvoortselaan. Dat
er overlast bezorgd wordt wordt door deze zakenmensen volkomen ge-
accepteerd, ze begrijpen dat dat noodzakelijk is, zijn bezwaar ging alleen
ertegen, dat zij op het ogenblik enigszins het gevoel hebben dat hun
argume'nten die naar voren zijn gebracht op de hoorzitting niet helemaal
serieus genomen zijn door het eollege, wat spreker niet helemaal zou
willen onderschrijven. Maar juist om deze punten goed uit de wereld
te hebben, wilde hij terug komen op zijn suggestie om nogmaals een be-
spreking te hebben, niet met alle betrokkenen, maar met een afvaardiging,
met openbare werken, met de politie, met de aannemer, en waar van de
kant van het college heel duidelijk gezegd wordt dat datgene wat aan-
bevolen is, graag wordt overgenomen, dat kan bij nader inzien, en wat de
bewoners 'op andere punten aanbevolen hebben eenvoudig onmogelijk is
met opgave van redenen. Spreker gelooft dat deze mededelingen aan die
mensen zelf, en niet door te zeggen: ,,het kan niet en daar krijg je be-
richt van", maar persoonlijk mede te delen, spreker gelooft dat deze ma-
nier een groot deel van de moeilijkheden zal oplossen. Spreker wil met de
meeste nadruk, en misschien niet namens zijn fractie alleen, er nog eens
op aandringen om deze tweede bijeenkomst, om de mensen dus op de
hoogte te stellen wat er wel en wat er niet gaat gebeuren, om die zeker
te laten houden. Bij de besprekingen morgen wil spreker nog op andere
punten ingaan.
Spreker wil nog protest aantekenen tegen de uitlating van de heer Van
Tongeren, die een scheiding gemaakt heeft tussen de ambtenaren en
andere inwoners van Heemstede, die dan wel fantasie zouden hebben.
Spreker gelooft dat het ten enenmale onjuist is, om op deze manier die
scheiding te maken, en hij wil zich integendeel, aansluitende bij de be-
weringen en stellingen van de andere fractievoorzitters, zijn waardering
uitspreken voor de ambtenaren, die het beslist niet verdienen dat ze op
deze manier als fantasieloos gedoodverfd worden. Tot slot vraagt spreker
de D'66-fractie of ze in aansluiting van wat ook bij de begrotingsbehan-
deling van de gemeente Haarlem gebeurd is, ook geturfd hebben hoe-
veel keren de woorden „mijnheer de voorzitter" gezegd zijn, en wat
daarvan het resultaat is.
De heer Riicker zegt dat de V.V.D.-fractie het kennelijk maar zeer ver-
driet dat de samenstelling van zijn fractie zodanig is, dat hier het vrou-
welijk element ten enenmale aan ontbreekt. Niemand meer dan de heer
Van den Briel mag dat doen, want spreker kan niet anders zeggen, dat