16 december 1971 341 raad te presideren. Na hetgeen er op de raadsvergadering van 25 novem- ber gebeurd is, waar U met één 'hamerklap onze spreektijd in tweede instantie halveerde, is wel duideiijk dat dat in de leeftijd niet zit. Mag ik U vriendelijk verzoeken om morgen die hamer even rigoreus te hanteren bij de behandeling van de 122 vragen. Ik dank U." De heer Rücker zegt: „Mijnheer de Voorzitter. Toen deze Raad het vorig jaar de begroting 1971 te behandelen kreeg en de fractie-voorzitters, als ouverture van dit gebeuren hun algemene beschouwingen mochten houden, geschiedde dit alles onder de joyeuse leiding van onze toenmalige loco- burgemeester, Wethouder van Wijk. De gemeente Heemstede verwachtte toenmaals, na het verscheiden van burgemeester Van Rappard, een nieuwe „Heer" en wij hadden zij het dan ook in de meest algemene zin des woords onze inspraak ge'had ter gelegenheid van een bezoek, hetwelk o.m. het senioren-convent aan de Commissaris van de Koningin had mogen brengen. Regin van dit jaar werd de teerling geworpen en als consequen- tie van het Koninklijk Besluit van 18 januari werd U Mijnheer de Voor- zitter, benoemd tot burgemeester van ons schone Heemstede. Toen wij, ter gelegenheid van Uw officiële installatie op 3 februari met U moch- ten kennismaken, werd het de leden van mijn fractie en, naar ik mag aannemen, ook de overige leden van deze raad, uit uw eigen woorden duidelijk in Uw persoon een eerste burger te hebben gekregen die open staat voor alles wat leeft in onze gemeentelijke samenleving zowel op het politieke ais levensbeschouwelijke vlak. De voor mijn fractie met uw be- noeming niet gerealiseerde wens op het politieke vlak werd met uw credo ongetwijfeld gecompenseerd en wij gevoelen ons tot op dit moment erg content met de tegenwoordige voorzitter van onze Raad. U verstaat de kunst onze vergaderingen op aimabele doch niettemin met straffe hand te leiden en ziet er niet tegenop, zoals wij de laatste keer hebben er- varen, als goed sportman ons de gebruikte spreektijd tot in decimalen van seconden voor te rekenen. Gaarne vertrouwen wij dat de weinig comfor- tabele omstandigheden waarop U tot op heden met uw gezin gehuisvest moest zijn, zeer spoedig tot het verleden zUllen behoren en U tesamen met Uw gezin een mooie en gelukkige tijd „op Heemstêe" (zoals de eigen- heimers dit plegen te zeggen!zult mogen doorbrengen. In tegenstelling tot het vorig jaar is er deze keer niet zo'n directe aan- leiding om de politieke ontwikkelingen wat nader te analyseren; deze Raa.d is zojuist aan haar tweede zittingsjaar begonnen en het politieke klimaat kon sleehts eenmaal worden getoetst ter gelegenheid van de Tweede Ka- mer Verkiezingen in het voorbije voorjaar. Alhoewel er geen direct ver- band te leggen is tussen de wijze van samenstelling van deze Raad en het politieke verloop in groter verband, kan ik niettemin de verleiding niet weerstaan een bescheiden blik in de politieke keuken te werpen. Het na vele barensweeën tot stand gekomen kabinet Biesheuvel draagt in velerlei opzicht de signatuur van het compromis met de zuinige Drees ais kri- tisch gevolgd bewindsman, niet alleen door de oppositie. Alhoewel thans reeds door vele politieke woordvoerders ter gelegenheid van de kamer- debatten en bij andere gelegenheden sohoten voor de boeg van het kabinet worden gelanceerd, geloof ik dat het thans regerende equipe het optimaal haalbare betekent. Deze opmerking neem ik nadrukkelijk geheel voor eigen rekening en de kans om deze gedachte in het openbaar te spuien, vormt een kleine compensatie voor de extra inzet die ter gelegenheid van de begrotingsbehandeling van een fractievoorzitter wordt gevraagd. Deze tijd waarin men zich nogal kritisch ten opzichte van alles en iedereen pleegt op te stellen, gevoegd bij de duidelijk neergaande lijn in de conjunctuur, maakt het leven van alle politieke partijen zorgvol en gecompliceerd. Zo heeft de jeugdige Wiegel zijn zorgen met de progressieve en behoudende rakkers in zijn partij, worstelen A.R.P. en C.H.U. met dezelfde problemen,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1971 | | pagina 9