154 2e afd. 17 december 1971 een klein deel van het belastingpotentieel waarover de gemeente zou kunnen beschikken. Onder punt IV - 4 van de voor u bij de stukken ter inzage liggende circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken van 6 juli 1971 inzake de uitkeringen uit het gemeentefonds over 1970, 1971 en 1972 is aangegeven, wat als redelijk peil kan worden aangemerkt voor de inkomstenheffingen van die gemeenten, welke een aanvullende bijdrage uit het gemeentefonds ontvangen op grond van artikel 12 der Financiële Verhoudingswet 1960. Voor onze gemeente zou dit betekenen, dat in ieder geval zouden moeten worden geheven: 24% van de belastbare opbrengst van eigendommen voor de straatbelasting. Meeropbrengst boven de door ons voorge- steide verhoging 330.000, Rioolheffingen 59,per aansluiting. De gemeente heft f 1,—Meeropbrengst 7500 x f 58,f 435.000,— 245 opcenten op de personele belasting. De gemeente heft nu 150 opcenten. Meeropbrengst195.000, In totaal een bedrag van f 960.000, Bij bovenstaande cijfers dient wel in aanmerking te worden genomen, dat de gemeenten op grond van de wet tot verruiming van het plaatselijk belastinggebied t.z.t. aan belasting op onroerend goed niet meer zullen kunnen heffen dan 12% van de uitkering uit het gemeentefonds, ver- minderd met de uitkering van de kosten voor sociale zorg, van de gebrui- kers van onroerend goed en 15% van die uitkering van de eigenaren en andere zakelijke gerechtigden. Bij een tarief van de straatbelasting van 24% van de belastbare opbrengst betekent dit, dat deze limiet met ruim 110.000,oversdhreden wordt. Gezien de mate van stijging van jaar tot jaar der algemene uitkering uit het gemeentefonds zal dit bedrag binnen een paar jaar worden ingelopen. Overigens is de heffing van deze gemeen- telijke belasting op het onroerend goed nog niet op korte termijn te ver- wachten, al was het slechts omdat de uitvoeringsvoorsehriften van de Wet tot verruiming van het plaatselijk belastinggebied nog steeds niet verschenen zijn. De rioolbelasting zal benut kunnen worden wanneer in de loop der jaren de vemieuwing van de riolering belangrijke bedragen zal gaan ver- gen. Deze belasting heeft het voordeel, dat zij niet valt onder de hier- boven genoemde limiet. Een verdere versterking der algemene middelen zal gevonden kunnen worden, wanneer uw college overeenkomstig ons hiemevensgaand voorstel tot verhoging der aardgastarieven voor kleinverbruikers besluit. De voorgestelde tarleven stemmen overeen met het daaromtrent door de Samenwerkende Regionale Organen Gasvoorziening uitgebrachte ad- vies. De verhoging is bedoeld om in de toekomst optredende kosten- stijgingen op te kunnen vangen. De voor 1972 ais gevolg van deze ver- hoging verwachte meeropbrengst wordt geschat op 190.000,Van deze meeropbrengst is in 1972 nog slechts 40.000,nodig ter bestrijding van kostenstijgingen. Het restant is geraamd voor aan de gemeente uit te keren winst. Met de gemeente Haarlem is in principe overeenstemming bereikt over een wijziging van de overeenkomst tot levering van elektriciteit door Haarlem aan Heemstede, welke wijziging zal terugwerken tot 1 juli 1969. Enkele details dezer overeenkomst zijn nog in discussie, zodat zij nog niet ter bekrachtiging aan uw raad kan worden aangeboden. Op basis van het indertijd bereikt akkoord zou aan de gemeente Haar- lem in 1972 ongeveer 145.000,minder voor de elektriciteit verschuldigd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1971 | | pagina 8