O 27 januari 1972 De heer Jager merkt met betrekking tot de procedure wat dit soort zaken betreft op dat hij het volledig eens is met de voorzitter, als deze stelt dat men niet in een openbare raadsvergadering diepgaande discus- sies kan gaan houden over allerlei moties die op de lijst van mededelingen en ingekomen stukken staan. Hij is het ook wel enigszins eens met het stand- Punt dat in de brief van de Verehiging van Nederlandse Gemeenten staat, maar hij vraagt zich af of er niet een andere procedure mogelijk is ten aanzien van dit soort moties. Hij meent te weten dat in verschillende andere gemeenten deze moties niet zonder meer voor kennisgeving worden aangenomen, maar dat voorgesteld wordt deze in handen te stellen van burgemeester en wethouders ter afdoening na overleg met de commissie die zulks aangaat. Dat betekent dus dat men het debat over dit soort zaken kan verleggen van een openbare raadsvergadering naar een com- missievergadering, nadat het stuk dus op een openbare raadsvergadering als mgekomen stuk is behandeld. Spreker wil graag de mening van het coliege daarover horen. De voorzitter zegt dat er zonder twijfel punten zijn op de liist van mededelmgen en ingekomen stukken die niet alleen voor kennisgeving moeten worden aangenomen. Het college is van mening dat het dit wel moet adviseren met betrekking tot moties, daarbij uitdrukkelijk stellend dat dit rnets mhoudt met betrekking tot de waardering van die moties. Maar juist om de gang van zaken tijdens een raadsvergadering in de hand te houden, îs het voorgaande van belang omdat men anders plotseling verzeild kan raken in grote problemen. Het gaat spreker te ver om met oetrekkmg tot de onderhavige zaak voor te stellen het stuk in handen van burgemeester en wethouders te stellen om pre-advies, maar spreker V,? cg"e voorstclIen om. een weS te zoeken opdat op een bepaald genblik eens1 een paar van die punten kunnen worden samengebundeld °m daar dan eens wat dieper op in te kunnen gaan als de raad dat wenst en spreker gelooft dat dit de wens van de raad is. Het college zal bekijken hoe men dit soort zaken voortaan eventueel anders kan behandelen. Overeeiikomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt punt bb zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving aangenomen. cc. vragen van de heer B. van Tongeren, lid van de gemeenteraad, inzake de vestigmg van een bedrijf aan de Voorweg, met het antwoord van burgemeester en wethouders. °e,^er 7an Tongeren heeft over het bedrijf aan de Voorweg vragen gesteld en daar antwoord op gekregen. Sindsdien is er een uitvoerige pers- n oî?1!?d+ ,fang: om aIle kwaliike zaken die daar plaatsvinden aan de orde te stellen. Spreker heeft al wel eens eerder gezegd dat hii elemaal met îs tegen het hebben van bedrijven in woonkemen. Het is namelijk een verlevendiging die wei pret'tig kan zijn. Sinds een beroemd congres van architecten in 1930 heeft er een strenge scheidlng plaatsge- vonden tussen wonen en werken, en dat is eigenlijk veel te stringent door- gevoerd, waardoor we vele manloze slaapwijken kregen, wijken waar zuiver alleen maar gewoond wordt en niet meer gewerkt. In het algemeen kan me" os met zeSgen dat er geen bedrijven mogen zijn in woonwijken, zoals door de artikelenschrijver, de heer Jonker, in diverse publicaties wordt be- gaat er natuurlijk wel om of er gevaar voor de buurt bestaat er een bednjf îs zoals dit, dat ionenwisselaars regenereert en waar zuren aan te pas komen. Spreker gelooft dat als men deze zaak in zijn geheel bekijkt, het met alleen een kwestie is of het een chemisch bedriif is of met, doch dat het gaat om een hele sociale groep waar sociale bot- smgen plaatsvmden, een zaak die ook niet opgelost wordt door alle 20 vragen te beantwoorden. Buiten het gesprek dat hij met de heer Jonker gehad, heeft hij ook gesproken met de heer Kwakkelstein, waarbij

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 6