49
24 februari 1972
senteert en dat men de maatregelen dient af te stemmen op die exacte en
concrete feiten. Natuurlijk mankeert er nog wel het een en ander aan de
gang van zaken in de communicatie van het college met de burgerij maar
hij heeft toch de indruk dat ook het feit, dat het nu zover is dat de raad
een rapport voor zich heeft, waarin de commissie uitputtend de diverse
details aan de orde heeft gesteld en het college heeft gereageerd zoals dat
blijkt uit het voorliggende stuk, hieruit duidelijk de bereidheid van het
college blijkt om met de raad samen te werken om datgene te realiseren
wat in gemeen overleg een onderdeel moet uitmaken van het principe
democratie. Spreker heeft zojuist gehoord van de heer van Tongeren dat
hij bij de totale beoordeling van de diverse programma's van de diverse
partijen een vacuum heeft ontdekt in zijn arsenaal van documentatie, en
het spijt spreker dan ook dat het programma van de K.V.P. daar aan man-
keert. Als de heer van Tongeren zich tot de secretaris van de fractie van
de K.V.P. had gewend en gevraagd om een programma van die partij, dan
had hij dat kunnen krijgen met daarbij ook nog een destijds gepubliceer-
de handleiding voor het K.V.P.-gemeenteprogram voor 1970 tot 1974 waar-
uit men duidelijk ziet welke de uitgangspunten en de opvattingen van de
K.V.P. en de fractie in het bijzonder zijn t.a.v. het gemeentebeleid.
Spreker meent dat hij in een doublure-situatie zou geraken als hij, na
hetgeen door de heer Van den Briel is gezegd, de diverse punten weer
exact de revue liet passeren. Hij wil gaarne op verschillende onderdelen
van het rapport straks nader terugkomen.
De heer Brandsma acht de behoefte aan algemene beschouwingen over
het vraagstuk van de democratisering bij zijn fractie niet zo ruim aan-
wezig. Temeer niet waar ook de commissie zelf in haar rapport stelt dat
zij haar opdracht, n.l. om advies uit te brengen omtrent het bevorderen en
het verbeteren van de democratisering van het gemeentelijk bestuur,
het best meende te kunnen volbrengen door een aantal mogelijkheden
daartoe in concreto aan te geven. De commissie had geen behoefte, schrijft
zij, om de achtergronden en de noodzaak van een grotere openheid nader
te analyseren, enerzijds omdat dit reeds in zovele rapporten en adviezen
was geschied en anderzijds omdat de gemeenteraad van deze noodzaak
reeds overtuigd is. In het fractieberaad heeft men het nodige begrip voor
dit uitgangspunt kunnen opbrengen maar spreker heeft wel in zijn fractie
beluisterd dat men het betreurde, dat door dit uitgangspunt te kiezen het
uitgebrachte rapport een nogal zakelijk en zelfs hier en daar laconiek stuk
îs geworden. Het college heeft zich daaraan blijkbaar heel graag gespie-
geld, want als men de nota leest waarin het college haar commentaar
heeft neergelegd, dan moet men vaststellen, dat die nota in beknoptheid
het toch al beknopte rapport van de commissie nog met vele lengten slaat.
Sprekers fractie is met het rapport en meer in het bijzonder met de nota
die het college daarbij gevoegd heeft weinig gelukkig. Gezien de belang-
rijkheid van het onderwerp en gelet op de voorheen in deze raad gevoerde
discussies, had men toch wel wat meer voortvarendheid en een wat meer
positief geluid in het stuk, zeker van het college, verwacht. Het doet nu
allemaal een beetje ongewild, wat flegmatisch aan, alsof men het allemaal
met zo heel erg belangrijk vindt. Mogelijk dat de schijn hier bedriegt,
maar men ontkomt toch niet aan de indruk dat met name het college, met
heel weinig geloof in de juistheid van de achtergronden en de noodzaak
van een grote openheid behebt is, achtergronden en noodzaak waarvan de
commissie zegt, dat de gemeenteraad daarvan reeds ten volle overtuigd is.
Nu heeft de heer Van den Briel gezegd dat men de zaak nuchter moet
bekijken en vooral baseren moet op de omstandigheden hier in Heemstede.
Hij heeft daar een beschouwing aan vastgeknoopt over taak, functie, sta-
tus van de vertegenwoordiger in de openbare lichamen, die zonder last en
ruggespraak, zoals de wet luidt, hun taak hebben te vervullen. Die ver-
tegenwoordiger is wel bereid te luisteren naar de inzichten en meningen