24 februari 1972 50 die de burgers hebben, maar neemt zelf zijn beslissingen als vertegen- woordiger van de kiezers. Spreker vindt een dergelijk standpunt zo van- zelfsprekend dat dit niet alleen een standpunt kan zijn van de heer Van den Briel, zelfs niet van de V.V.D., doch van elke democraat. Spreker meent dat daarmede duidelijk genoeg gesteld is hoe ook zijn fractie ten opzichte van dit onderwerp wenst te handelen. Van de vertegenwoordigers van de P.v.d.A. zal men hetzij in het Parlement, hetzij in de Provinciale Staten of in de gemeenteraden, steeds ditzelfde standpunt horen verkon- digen. Sprekers fractie zal graag de burgers, namens wie zij in de ver- tegenwoordigende lichamen plaatsneemt, horen in hun opvattingen, in hun wensen en in hun verlangens, die zij uiteraard toetst aan datgene wat zijn fractie in de vertegenwoordigende lichamen als informatie wordt verstrekt, om daarop aan de hand van de voorhanden mogelijkheden, be- slissingen te nemen. De V.V.D. moet dus niet denken dat zij alleen een dergelijk standpunt inneemt. Dit standpunt hadden zijn geestverwanten reeds 50 jaar geleden. Men heeft echt niet op b.v. D'66 behoeven te wach- ten voor men in de arbeidersbeweging begreep dat er openheid en ruimte moest komen voor elk lid van de samenleving; dat alles is voor sprekers fractie oude kost. Wat spreker persoonlijk interesseert is de vraag, waar- toe vanavond dit debat zal leiden en dan komt men vanzelf te spreken over een aantal concrete punten, die de commissie heeft opgesomd en waaromtrent het college een, naar spreker hoopt, voorlopige mening over naar voren heeft gebracht. Spreker wil over die punten straks nog een enkele opmerking maken. De heer de Buiter meent dat het juist en gerechtvaardigd is als iemand de motieven weergeeft waarom iemand, of waarom een bepaalde groep denkt over democratisering en inspraak, zoals hij daar over denkt, en spre- ker dacht dat hier een stuk voor de raadsleden ligt, dat ondanks het ontbreken van een principiëie motivering, niettemin van bijzonder grote importantie is. Democratisering van bestuur, inspraak, openheid en open- baarheid, zijn begrippen die in betrekkelijk korte tijd in het politieke le- ven zijn ingeburgerd. Peitelijk zijn het begrippen met een zekere inner- lijke tegenstrijdigheid; we leven in een democratisch staatsbestel, worden democratisch bestuurd en willen dan dit reeds democratisch bestuur nog eens democratlseren. Via de afgevaardigden in de politieke partijen krijgt de burger zijn inspraak, en toch is de roep om inspraak groot. Om de thans voorliggende vraagstukken op de juiste manier te benaderen is het noodzakelijk in te gaan op de vraag, waarom die roep naar democratise- ring en inspraak bestaat. Tijdens de algemene beschouwingen bij de be- handeling van de begroting 1972 heeft spreker er op gewezen, dat de basis voor de vorming van politieke partijen in het algemeen rust op 3 peilers; n.l., ten eerste: het beginsel, het uitgangspunt van de partij; ten tweede: de doelstellingen van een partij, en ten derde en daar gaat het spreker in dit verband om: de herkenbaarheid van een partij voor een bepaalde groep, waardoor deze groep aan die partij haar vertrouwen geeft. Het is zijns inziens deze laatste factor, de herkenbaarheid, waaraan het in het politieke stelsel in hoge mate schort. Men ziet in de politieke partijen zichzelf niet meer terug en daardoor krijgt de burger het gevoel dat het bestuur geheel buiten hem om gaat. Het zou interessant zijn te zoeken naar de diepere oorzaken van de vervreemding tussen de politieke partijen en de burger, maar spreker meent dat dit buiten het bestek van dit on- derwerp gaat. Het is voldoende om te constateren dat deze vervreemding voor het goed functioneren van het bestuur uitermate ongewenst is. Deze vervreemding, als gevolg van de mindere herkenbaarheid, die naar spreker meent eigenlijk in vrijwel alle politieke partijen optreedt, kan op ver- schillende manieren tegemoet worden getreden. Opvallend is het dat de politieke partijen veelal een wezenlijk ander antwoord op deze vragen geven dan de burgers. In de politieke partij wordt de polarisatie aange-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 15