61 24 februari 1972
îs allerlei specialisering en op één van die bepaalde punten zai de deskun-
wfet hiWan'fl k? nen' hlJ Zal b V- V6el Van gas afweten- maar wat
weet hij van eiektnciteit en van water?; en dat komt toch ook in de com-
™SSle vnor d,e bedrijven Dan heeft zo'n deskundige geen taak, noch poli-
tiek, noch wetenschappeiijkspreker vindt het alleen maar onzuiver Spre-
ker meent dat de commissies zo samengesteld werden dat zij een goede
hun sTemb^pf lenan WetenSchap uit te halen wat er in zit- waarna de leden
Wethouder Verkouw wil zich in de eerste plaats aansluiten bij de woor-
diTJTmTpt- rif Ruiter als deze zeSl dat men niet zo zwaar aan deze
ngen moet tillen, want ze zijn echt niet zo zwaar. Spreker kan zich ook
veremgen met de woorden van de heer Jager als deze de wijziging van de
gemeentewet van 1964 aanhaalt en spreker meent dat het ook leerzaam
zou kunnen zijn voor de heren Rücker en Van den Briel en collega-wet-
meTnfdlfT T T* T is namel«k z°. dat de wetgever toen, spreker
eent dat het een wetsontwerp was van de toenmalige minister Toxopeus
de raad de bevoegdheid heeft gegeven om commissies in te stellen met
het oog op de behartiging van bepaalde belangen, en daar geeft de raad
dus een neel stuk van zijn bevoegdheid uit handen. De wetgever zegt dan
dTff'd ^an f6Z6 commissle fenminste één lid deel moet uitmaken van
raad, met andere woorden, men kan zich een commissie voorstellen die
de taak van de raad voor een belangrijk deel overneemt en waarvan
maar een hd van de raad deel behoeft uit te maken en de anderen zijn
dan deskundigen neemt spreker aan, of leden uit de gemeente. Zelfs zou-
den deze van buiten de gemeente dit kunnen zijn. Waar de wetgever nu
op dit punt zo ver wil gaan, hoe kan men er dan zo veel moeite mee heb-
ben, waar het een veel minder verstrekkende zaak is om deskundigen toe
te voe|en aan de commissies van advies en bijstand aan burgemeester
en wethouders. Men kent die figuur reeds in de middenstandscommissie en
m deyerkesrscommssie en hoewel dat dan wel geen commissie is, kent
en deze figuur toch ook voor 100 in de sportstichting. Hier is een
deel van de burgerij vertegenwoordigd, spreekt er in mee en men vindt
alleen maar belangrijk dat zij deelneemt en de wijze waarop zij mee-
spreekt en zij zal als het er op aan komt ook aan de stemmingen deel-
hTzou wnu TT SprTr dat men elkaar hier in zon knnnen vinden.
Hij zou het namehjk prettig vinden als men vanavond, als het even mo-
gelijk îs, met een compromis kon komen waarvan men zou kunnen zeg-
fen' Ja' daar kan men wellicht allemaal in meegaan; als het niet lukt dan
werkwuf vrlenden' Het staat toch wel vast dat de samenstelling en de
WerkTJze van de commissie nâ behandeling van dit punt te zijner tijd
p de helhng zal moeten komen. Als nu later in de redactie bepaald wordt
^meen(°e0rtote ilT bePalen gëvallen twee deskundigen-inwoners van de
g meente tot leden m die commissie kunnen worden benoemd, kan men
straks rustïg uitzoeken welke commissies daarvoor in aanmerking ko-
men. Spreker denkt bijvoorbeeld aan de commissie die hij mag voorzitten
^i TTT V°°r culturele zaken, waarvan hij het bijzonder op prijs zou
ker Tf To hT eenpaar deskundig'en bij waren. Het stemrecht acht spre-
«trakl belang:rijk, men vraagt het oordeel van deze mensen. Men kan
mef fppftg^,n dat.van deze bevoegdheid geen gebruik zal worden gemaakt,
en geeft dus alleen die bevoegdheid in de verordening en de raad kan
kTTeTT T'T commissies dit zullen ziJn- Wat het horen van de des-
hetTf fn fnfti t Tn spreker ln het raPP°rt van de commissie missen:
„hetzij op mitiatief van de voorzitter, hetzij op verzoek", en dan komt
men ook van dat ene lid af, dat op verzoek van tenminste twee harer leden
decommissle Zlch d00r deskundigen buiten het gemeentelijk apparaat over
belangrijke onderwerpen kan Iaten voorlichten. Als men dat ml in de ver-
ordenmg opneemt kan men er nog van alles mee doen en men bindt
nergens aan. In de bestuurspraktijk heeft de laatste jaren een ge-