16 maart 1972
87
neilen van eventuele deskundigen kan inhouden. Interesse is natuurlijk
ook heel belangriik voor de verdere uitkomst van zaken, en îs een Punt
dat bcpaald mi zou misstaan op de rangorde bij de inspraak, m^chien
enigszins afhankelijk ook van het onderwerp, maar als zodamg zeker een
belangwekkende suggestie. rrnr,c,prpri „„n
Spreker zegt dat de varianten ook nog door de heer Van Tongeren aan
de orde zijn gesteld. Misschien een klem nuanceverschil met de wethou
der voor ruimtelijke ordening, maar dat soort nuanceverschillen kunnen
hier ge°ukkig ook altijd in de raad worden geuit. Spreker neigt er toe om
te veronderstellen dat bij een programma van eisen bij de wat belang]
kere punten, toch wel een zekere bijdrage van de stedebouwkundige m
dat gehele spel, zich in dat stadium toch wel zal hebben gemamfesteerd.
Verder deelt spreker volledig de mening, dat die schetsen ook m eigen hms
verder zouden kunnen worden gemaakt. Het belangnjkste is âaterwe
kelijke alternatieven zijn, zoals die door de meerderheid de mmderheid
de commissie, en door het college zijn bedoeld om de zaak vnj en open te
houden totdat het moment is aangebroken om belangrijke knopen door te
hakken.
De heer Van den Briel gelooft dat hij het zo mag stellen, dat misschien
een kleine vergissing van het college een zeer bruikbaar compromis heeft
opgeleverd. Spreker acht het buitengewoon prettig dat beide standpunten
nalr elkaar zijn toegebracht. Wat de laatste opmerkingen van de voor-
zitter betreft over het inschakelen van de stedebouwkundige, gelooft spre-
ker dat dit af moet hangen van de aard van het speciale onderwerp. j
bepaalde bestemmingsplannen zal misschien een enkel woord van een
stedebouwkundige voldoende zijn, wat dan met m een uitgebreide kaart
tot uitdrukking komt, en het zal in een bepaald geval misschien verstandig
zijn als hij een schetsje maakt als het om meer
Spreker is van mening dat men dit gewoon over moet iatcn aan het toeval
wat aan de orde is. De suggestie van de heer De Ruiter met betrekking
tot gespreksgroepen wil spreker ondersteunen. Het grote voordeel ciaar-
van is dat men op die manier belangstellenden bij de plannen betrekt,
dfe ook bereid zijn zich daar serieus in te verdiepen, want als er over de
ze zaken gesproken wordt dan moet men naar sprekers memng vaststellen
dat dit niet ^o'n eenvoudige zaak is, en dat men burgers noet kunneia
vinden die hier een belangrijk deel van hun tijd aan willen geven Spreker
heeft uit de opmerkingen van de zijde van het college begrepen dat het de
suggestie van de heer De Ruiter serieus opneemt. Spreker meent dat de
partijen dicht bij elkaar gekomen zijn en dat een plezierige °Plossmg op
het ogenblik op deze manier gevonden kan worden. Sprekers fractie
zich hier volledig bij aansluiten.
De heer Rücker zegt dat de voorzitter inderdaad juist heeft gemterpre-
teerd wat of zijn bedoeling was te zeggen, maar wat hij niet met zoveei
woorden naar voren heeft gebracht. Het is inderdaad sprekers mtentie te
betogen, dat een hearing vanzelfsprekend dient te WQrden gehouden op
voorstel van het college van burgemeester en wethouders^Het doet spre-
ker deugd dat uit deze debatten blijkt, dat er zowel tussen het college en
de raad alsook tussen de voor- en tegenstanders of dieSenen, die dezaken
iets meer uit willen diepen dan de anderen, toch een goed en duidelijk com
promis bereikt is, waardoor dit hele thema en deze helemethodiekzmvol
kan functioneren. Ook sprekers fractie verheugt zich hieroven Sprek
wil van de gelegenheid gebruik maken om nog even terug te komen op
iets, dat hij in eerste instantie had moeten doen. De laatste zin van
punt 2 op blz. 6 van het commissierapport, hêtgeen haadelt over de m-
spraak bij andere belangrijke bestuursaangelegenheden, luidt. ..Hiertij
kan tevens geregeld worden het recht van de commissieleden aan dedis-
cussie deel te nemen." Sprekers fractie heeft zich hieromtrent ampel bera-