16 maart 1972 95
De positie van de ambtenaar bij openbaarheid van zijn adviezen. De
commissie Biesheuvel en een aantal andere commissies, met name uit Gel-
derland en spreker meent uit Friesland, zijn tot de conclusie gekomen dat
er wel degelijk moeilijke kanten zitten aan het openbaar zijn van adviezen
van ambtenaren, maar dat het aan de andere kant heel goed mogeljjk kan
zijn dat er juist een zeer stimulerende werking van zal uitgaan. Dat de
creativiteit van een ambtenaar bevorderd zal worden als hij weet dat zijn
activiteiten, zijn werkzaamheden, ter discussie kunnen staan. Spreker durft
er geen uitspraak over te doen als die commissies er ook geen definitief
oordeel over kunnen geven, maar kan wel zeggen, en daar is hij het met
de commissies eens, dat het zeker de moeite waard is om te gaan probe-
ren de openbaarheid van ambtelijke adviezen ook van binnen het eigen
apparaat, te hanteren.
Wat betreft de motivering van een zo groot mogelijke openbaarheid van
stukken en dan ook van vergaderingen daar is reeds over gesproken
meent sprekers fractie dat de openbaarheid van stukken een wezenlijke
bijdrage kan vormen voor een goed democratisch bestuur. Van belang is
daarbij de relatie tussen verantwoordingsplicht en openbaarheid. Op alle
niveaus van de overheid is een toenemende tendens waarneembaar in de
richting van een steeds grotere betekenis en bevoegdheid van het ambte-
lijke apparaat. ,,De vierde macht" zoals dat wel eens wordt uitgedrukt.
Dit heeft tot gevolg dat de verantwoordingsplicht van een minister, een
gedeputeerde of een wethouder steeds moeilijker feitelijk is waar te ma-
ken. Formeel blijft de bestuurder natuurlijk altijd verantwoordelijk, maar
feitelijk ligt het vaak veel moeilijker. Sprekers fractie meent met vele
anderen, waaronder weer de beruchte commissie Biesheuvel, dat een zo
groot mogelijke openbaarheid van vergaderingen en stukken noodzakelijk
is om blijvend inhoud te geven aan deze verantwoordingsplicht. Open-
baarheid dwingt de bestuurder tot waakzaamheid, de ambtenaar tot zorg-
vuldigheid, geeft de leden van het vertegenwoordigend lichaam de gege-
vens om het bestuur te controleren en de publiciteitsorganen de stof om
het beleid kritisch te volgen. Spreker zegt dat men zal begrijpen dat
deze mooie zin niet van hem is, maar komt uit het rapport van een ambte-
iijke commissie openbaarheid uit de provincie Gelderland. Vanzelfspre-
kend is ook spreker ervan overtuigd dat er stukken zijn, die niet voor
openbaarheid geschikt zijn, waarbij hij met name denkt aan bepaalde be-
grotingen en kostenramingen, die in een te vroeg stadium speculatie, met
name bij aannemingssommen en problemen kunnen kunnen geven. Zo ook
natuurlijk de persoonlijke gegevens, bijvoorbeeld van sollicitanten en rap-
porten over sollicitanten. Maar zoals het nu is, dat in feite alles ver-
trouwelijk is acht zijn fractie onjuist. Daarom herhaalt spreker een vraag,
die reeds in de door de heer Van Tongeren in de vorige vergadering aan-
gehaalde briefwisseling van eind 1970 is gesteld, namelijk is het coliege
bereid in het vervolg op alle stukken, die het als vertrouwelijk wil zien,
een classificatie aan te brengen Spreker meent daarbij dat daar niet te
snel toe moet worden overgegaan. Alle stukken die niet van die classifica-
tie voorzien zijn, dienen dan als openbaar te worden beschouwd. Die ver-
trouwelijke stukken die dan naar zijn mening wêl voor de raad ter inzage
moeten liggen, kunnen eventueel, als zij niet kunnen worden toegezonden,
voor de leden van de raad apart ter inzage worden gelegd; een praktijk
die in vele gemeenten ook al wordt gevolgd. Zo nodig wil spreker ook op
dit punt een uitspraak van de raad vragen.
De heer Bücker acht dit onderwerp een bijzonder moeilijke zaak, die
men op vele wijzen benaderen kan, zelfs indien men in principe voor een
bepaalde gedachte gekozen heeft. Zijn fractie is het tot op dit moment
vrijwel steeds met de door het college gemaakte kanttekeningen eens ge-
weest, doch met de gedachte, die het college thans ten aanzien van dit
onderwerp aan de orde stelt, moet zij het nadrukkelijk oneens zijn.