16 maart 1972 85 is het woordje: „vöördat" veranderd in „nadat". Maar wel is blijven staan dat woord „enkele schetsen". Dat is het wonderlijke van deze zaak want eigenlijk was de bedoeling om de meerderheid van de commissie te vol- gen Door deze wijziging van standpunt is de zaak enigszins in de mist ge- raakt maar misschien toch een kromme stok en een rechte slag, want naar sprekers gevoelen behoeven het werkelijk nog geen schetsen te zijn van de stedebouwkundige. Spreker zou eigenlijk willen laten staan wat er nu staat en stelt het volgende voor: programma van eisen in het college sa- men bespreken met de commissie, dan enkele schetsen die wellicht door Openbare Werken gemaakt kunnen worden en die als het een heel moeilijk plan is ook door de stedebouwkundige gemaakt kunnen worden, dan weer naar de commissie om te kijken of werkelijk datgene wat uit het de- bat in de commissie naar voren is gekomen, ook in de tekeningen îs neer- gelegd. Het lijkt spreker dat zo tegemoet wordt gekomen aan de wensen van de minderheid en van diegenen die in het college-standpunt een tus- senstandpunt hebben gezien. Spreker stelt voor om het woord schetsen te laten staan; deze behoeven echt nog niet door de stedebouwkundige te zijn vervaardigd. Dan blijft de zaak misschien meer open, want spreker îs het met verschillende sprekers eens dat wat gedrukt is een aureool van waarheid of van beslotenzijn krijgt, en daar is de burger vaak benauwd voor en redeneert dan dat men nog wel allerlei plannen en mooie woorden naar voren kan brengen maar dat alles al, zowel letterlijk als figuurlijk Ewart op wit staat, en dat er toch niet veel meer aan te doen îs. Zo meent spreker dat er wel overeenstemming bestaat om eerst maar eens wat vast te leggen. Als men ergens over gaat praten in een hoorzitting, dan moet men toch kaarten op een bord kunnen hangen, anders wordt het een oeverloos debat. Zonder kaart vreest spreker dat men dan toch gaat teke- nen en dat men op dat moment de schetsen gaat maken die men tevoren had moeten maken en dat lijkt spreker dan eigenlijk een beetje te laat Hr ziin zeer acceptabele suggesties gedaan bijvoorbeeld door de heer Van Tongeren, met betrekking tot de inrichting van een hoorzittmg. Spreker meent echter dat dit op het moment nog niet aan de orde is. Hoe men dat precies kan doen, met welke attributen en wie men daarbij betrekken zal, zijn allemaal zaken die op zichzelf het overwegen waard zijn, maar spre- ker gelooft dat men dat nu verder buiten beschouwing moet laten zoals men ook buiten beschouwing moet laten de bepaalde plannen die nog gaan komen, want dan gaat men veel te ver in de details treden. Het gaat nu om de procedure bij alle mogelijke plannen die nog kunnen komen, wat er helaas niet zo veel meer zullen zijn. Spreker wil dus op dit moment niet op deze zaken antwoorden, want hij meent dat deze avond daarvoor nret bestemd is. Het gaat om de procedure die men moet proberen te vinden voor een zo effectief mogelijke ontwikkeling van bestemmingsplannen. Het wil spreker dus voorkomen dat het door het college voorgestelde eigenlijk moet blijven zoals het hier staat. Men zou zo'n zin aldus moeten lezen: Wij achten het van groot belang de inwoners in een zo'n vroeg mogelijk stadium bij het overleg te betrekken, maar achten het nochtans beter het programma van eisen, neergelegd in enkele schetsen, op een hoorzitting te bespreken. In de raadscommissie valt eigenlijk alleen maar de wijziging van het woordje „voordat" in „nadat" te bespreken. De heer De Ruiter heeft het ook zo vertaald, dat het college de hoorzitting iets naar voren heeft ge- haald, en dat dit plaats vindt vöôr de opdracht aan de stedebouwkundige. Tot de heer Van Tongeren zegt spreker dat hij gelooft, naar wat hij vanavond gehoord heeft, dat er niet veel tekeningen door de stedebouw- kundige zullen worden geschetst na het eerste overleg met de commissie. Spreker heeft begrepen dat de heer Van Tongeren het gesprek zo open mogelijk wil houden, maar wel wat tekeningen wil zien wanneer men met de burgerij gaat praten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 9