27 april 1972
166
X. Gemeenschappelijke regeling gewest Kennemerland volgno. 64)
De voorzitter deelt mede dat de nog niet helemaal officiële commissie
voor algemene bestuurszaken met de ontwerp-regeling kan instemmen.
De fractievoorzitters hebben laten weten dat zij in grote trekken met deze
regeling akkoord kunnen gaan. Enkele kanttekeningen zouden nog nader
in de fracties worden bezien.
Spreker zegt dat de raad nog net kennis heeft kunnen nemen van de
ingekomen brief van het college van burgemeester en wethouders van
Haarlem waarbij gesproken wordt over het oordeel dat gevraagd is van de
commissle van advies en bijstand voor algemene zaken in Haarlem over
enkele amendementen. Het college van burgemeester en wethouders van
Haarlem deelde hierbij mede dat, gelet op de vragen die amendering tot
gevolg zouden hebben en mede gelet op de toezegging allerwege gedaan om
vöör 1 juli a.s. nog de besluitvorming ten aanzien van het gewest Kenne-
merland af te ronden, zij zich voorstellen het ontwerp van de I.S.K.-com-
missie ter bestudering van de bestuursproblemen in de oorspronkelijke
vorm voor te leggen aan de raad van Haarlem. Genoemd college vraagt
terzake spoedig de zienswijze van Heemstede te mogen vernemen.
De heer De Buiter is van mening dat men er niet aan kan ontkomen
om te erkennen dat het stuk, dat nu ter tafel ligt, van een bijzonder grote
importantie is want, hoe men ook over de inhoud van dit stuk kan uenken,
hier wordt gewerkt aan een nieuwe bestuursvorm, en dat is op zichzelt
natuurlijk wel iets wat van zo'n grote interesse en zo'n grote importantie
is, dat een paar woorden daarover wel op zijn plaats zijn. Spreker meent
dat er in deze raad en in ieder geval in zijn fractie niemand is die de
noodzakelijkheid van gewestvorming zal willen ontkennen. De problemen
die zich voordoen in gemeenten zijn zo vaak verweven met die van andere
gemeenten dat een gezamenlijk optreden, een gezamenlijk denken, zonder
meer tot de noodzakelijkheden kan worden gerekend. Spreker gelooft dan
ook niet dat het zinvol is om hier lang stU te staan bij de vraag waarom
gewestvorming noodzakelijk is. Veel interessanter is natuurlijk de vraag
en daar gaat het ook vanavond over hoe gewestvorming moet ge-
schieden. Dat is een punt waarover sprekers fractie niet helemaal zonder
zorgen is. Spreker meent dat men bezig is, als het over gewestvorming
gaat om een stuk nieuw bestuur in het leven te roepen, dat dit dmdelijk
iets 'is waarin de centrale overheid de allergrootste taak moet worden
toebedeeid, om de uiteindelijke nieuwe bestuursstructuur van ons land
vast te stellen. Maar dat men nu bezig is met het vormen, het opbouwen
van één celletje in een geheel, waarvan men nog niet weet hoe het geheel
er uit zal gaan zien. Hoewel hij de noodzakelijkheid erkent om nu met de
gewestvorming door te gaan, dacht spreker dat ais er meer tijd ter be-
schikking zou zijn geweest, dit een omgekeerde procedure was. Dat men
eigenlijk eerst het totaalbeeld voor zich zou moeten hebben, omtrent de
toekomstige bestuursstructuur van Nederland, voordat men aan de onder-
delen, in dit geval de gewesten, zo intensief aandacht gaat besteden. Maar
niettemin is ook sprekers fractie overtuigd van de noodzaak niet te lang
te wachten met het gewest en daarom heeft zij er vrede mee dat er nu over
gesproken wordt, eigenlijk nauwelijks vreemd, omdat zij dit al een veel eer-
dere wenselijkheid had gevonden. Spreker meent dat de voorliggende re-
gehng ook in alle opzichten de sporen draagt van het feit dat niemand
weet waar men precies aan werkt. Kn daarom is het in de eerste plaats
moeilijk om kritiek te hebben op de regeling, in de tweede plaats bezwaar-
lijk en zelfs meent spreker onjuist om nu al met amendementen te komen.
Dat is ook niet zo zeer de bedoeling; in de geest ook van wat het college
van Haarlem schrijft in haar brief, dacht spreker dat het onjuist zou zijn,
omdat die structuur toch nog zo ver gevormd moet worden en moet groeien
vanuit het gewest en dan in samenhang met wat er door de wetgever op