27 april 1972 170
komen wordt dat hieraan nog meer tijd besteed moet worden. Heel kort
besprekende wat in de regeling tot stand gebracht is, wil spreker op 2
punten wijzen, namelijk de tweeledigheid van de opzet. Als hij in art.
ziet dat de taak van het gewest is, het plegen van overleg en het totstand-
brengen van een bestuurlijke organisatie voor de vervulling van functies;
dat het gewest verder tot taak zal hebben het doen van voorsteilen aan
de deelnemende gemeenten omtrent de coördinatie, en ten derde het ver-
vullen van de taken, dat ziet spreker hier duidelijk het vastleggen van de
taken die het gewest heeft. Daar tegenover staat in art. 29 de taak van de
gemeente Ook de gemeenten hebben hier een zelfstandige mogelijkheid om
een aanbreng te geven bij het vastleggen van wat er gebeuren moet. De
raad en het college van burgemeester en wethouders kunnen de uitoefenmg
van bepaalde hun toekomende bevoegdheden toevertrouwen aan de ge-
westraad Dat is duidelijk een initiatief van onderaf en van de klemere
organisaties die inzien dat er wat gebeuren moet, en dat op deze mamer
die bepaalde taken overgedragen zuilen moeten worden aan een gewest.
Dat het gewest, indien de gewestraad en de andere deelnemende ge-
meenten hiermee instemmen, deze taken kan overnemen heeft naar spre-
kers mening het zeer grote voordeel dat hier als het ware zelfstandig van
onderaf gewerkt wordt. Het lijkt spreker een heel goed punt dat deze
tweeledigheid juist ook in deze regeling goed uit de verf komt. Wat betreft
de samenstelling gelooft spreker dat het zeer te betreuren zou zijn als
Haarlemmermeer niet tot het gewest Kennemerland zou gaan behoren.
Het hoort er wat zijn ligging betreft bij en het geeft een goede afronding
als een gemeente, die dus aan Haarlem grenst, in de ring van mm of
meer landelijke eenheden om de stad heen, en spreker meent dat ook
voor Haarlemmermeer zelf een aansluiting bij dit gewest Kennemerland
eigenlijk verreweg het beste is. Hij gelooft dat zij hierin een zeer grote
inbreng hebben en naar zijn mening, hoe wel het natuurlijk niet tot zijn
taak behoort om dit verder te beoordelen, zal hun inbreng hier groter en
vruchtbaarder zijn dan wanneer zij opgeslokt wordt door groot-Amsterdam.
Sprekers fractie blijft het ten zeerste betreuren dat door een wijziging in
de oorspronkelijke regeling de burgemeesters alleen maar adviserend lid
kunnen zijn. Hij heeft hierover op de vergadering, waar dit in details be-
sproken werd, al gezegd dat juist die groep burgemeesters hierin een zeer
grote technische inbreng hebben en dat er beslist van hen verwacht kan
worden dat zij geheel zelfstandig oordelen over de problemen van het
gewest. Natuurlijk moet men zien dat deze regeling een tussenfase is.
Dit zal eigenlijk pas goed en doeltreffend g;eregeld worden als er recht-
streekse verkiezingen voor de gewestraad zijn, maar voor die tussenfase
moet men het doen met de regeling zoals die hier staat. Spreker zou op
dit moment, hoewel hij de regeling ook niet zo erg gelukkig vindt, toch ook
geen andere mogelijkheid zien.
De suggestie van de heer De Ruiter, dat de gemeente Haarlem zou moe-
ten zorgen door de samenstelling van zijn delegatie, dat de afspiegeling in
politieke zin tot zijn reoht komt lijkt spreker heel geiukkig. Hij is alleen
bang dat dit een vraag is die de gemeente Haarlem zelf zal moeten op-
lossen, maar alleen op deze wijze lijkt het spreker mogelijk om deze heie
moeilijke puzzel op te lossen. Aan de ene kant is het natuurlijk van belang
dat een zo plezierige en goed mogelijke delegatie door een gemeente afge-
vaardigd wordt. Aan de andere kant staat er duideiijk in de regeling dat
de samenstelling van de gewestraad zô moet zijn, dat het een afspiegeling
vormt van de totaliteit van de gemeenteraden in politieke zin. Wat de
verdere afvaardiging betreft, lijkt het spreker moeilijk om leden te vlnden
die hier werkelijk hun volle tijd aan kunnen geven, over het algemeen
zijn de raadsleden ook wel mensen die het druk genoeg hebben en men
kan eigenlijk voor deze gewestraad alleen maar raadsleden aanwijzen die