27 april 1972 172
spreker daar over heeft, omtrent de jaarwisseling 1972/1973. De lijnen
die in de struetuurschets over de kaart van Nederland getrokken worden
zullen van belang zijn voor de indeling van gewesten, mischien ook we
voor provincies. Om nu terug te komen op de Kennemerregelmg, juist
omdat hier sprake is van indirecte democratie de leden van de gewest-
raad worden gekozen door en uit de gemeenteraden - is het van helang,
dat de openbaarheid van de vergaderingen in de regeling zelf îs vastgelegd.
Juist is ook dat het dagelijks bestuur van het gewest verantwoordmg
schuldig is aan de gewestraad. Dat is doordat artikel 129 van de ge-
meentewet van overeenkomstige toepassing is. Niet van overeenkomstige
toepassing is verklaard, voorzover spreker heeft kunnen nagaan, artikel
87a van de gemeentewet, betreffende tussentijds ontslag van een we
houder als deze opgehouden heeft het vertrouwen van de raad te bezitten.
Betekent dit dat de Kennemerraad de leden van het dagelijks bestuur al-
thans de 7 gekozen leden, niet het vertrouwen kan opzeggen en met kan
dwingen tussentijds heen te gaan? Een andere vraag stelt spreker bij
artikel 29 van de gewestregeling. Het daarin neergelegde stelsel îs, dat een
of meer deelnemende gemeenten hun bevoegdheden ten aanzien van be-
paalde taken kunnen overdragen aan het gewest. Het dagelijks bestuur
van het gewest vraagt dan de andere gemeentebesturen, volgens een be-
paalde procedure, of zij voor hun gemeente er ook mee kunnen instemmen
Dat hoeven ze natuurlijk niet, de gewestregeling gaat immers uit van het
beginsel dat het gewest Kennemerland van onderaf wordt opgebouwd,
vanuit de gemeente. Maar als het gaat om typisch regionale onderwerpen,
kan dit wel hinderlijk zijn, zeker in het oog van voorstanders van regio-
nalisering. Is het dan denkbaar, zo is een tweede vraag, da,t de procedure
van artikel 11 en volgende van de wet gemeenschappelijke regelingen
wordt toegepast, en dat dus op verzoek van de gemeenten die wel willen,
de regeling overdraCht van bepaalde bevoegdheden door Provinciale Staten
wordt opgelegd. Dat zou natuurlijk wel eens de doodsteek voor een vrij-
willige samenwerking kunnen zijn, maar is dat een mogelijkheid waarmee
men rekening moet houden
Voor het overige zijn er in sprekers fractie nog wel emge bedenkmgen
van redactionale aard, op punten van ondergeschikt belang, maar ook op
punten waar de logische samenhang van bepaalde artikelen naar haar me-
ning in het gedrang komt. Nu is dit wel een concept-regeling die de raad
wordt voor.gelegd, maar dan toch wel een concept waarmee men in de
merkwaardige situatie zit, dat er op minstens 6 plaatsen, in 6 gemeente-
raden, aan gedokterd moet worden. Dat betekent naar sprekers mening dat
aan een wijzigingsdrang wijze beperkingen dienen te worden opgelegd om
de gewestregeling niet langer op te houden dan strikt noodzakelijk îs.
Bijschaving waar dit nodig is kan, zo verwacht sprekers fractie, in een
volgend stadium wellicht gebeuren. In het geheel genomen kan zij achter
de regeling staan en acht zij dit een goede basis om verder te bouwen.
De fractie van de heer Van Tongeren kwam, de gemeenschappelijke
regeling zoals die ter tafel ligt bestuderend, tot de conclusie dat het
nogal een vage schets was. In één zin samenvattend zou men kunnen
zeggen dat het de kleinst mogelijke basis is van waaruit de Kennemer-
raad zelf zijn vorm en macht moet vinden. En dat acht zij een heel be-
langrijk facet. De ontwerp-regeling is er nu, men kan er een aantal moties
en amendementen op indienen, maar het belangrijkste is dat er nu een
start is, dat de Kennemerraad geïnstaileerd wordt, en dan zai de vorm
en macht er ook wel komen. Een belangnjk facet daarbij acht spreker
dat de mentaliteit van de afzonderlijke leden een goede basis vormt om
met deze schets goed te gaan werken. Die harmonische streekontwikkeling
die men voorstaat en die ook in de considerans wordt genoemd, de een-
heid van beleid, die zal dan zijn vorm gaan vinden en dat is het belang-