- 177 27 april 1972 onzekerheid omtrent de structuren, met name ook de positie provincie-ge- west-gemeente. Missehien zal het z<5 mogen zijn, dat sterke gemeenten binnen een gewestelijk verband ook nog eens getuigen zijn van een verdere decentralisatie in ons landelijke bestuursopzet. Dat vraagt met name dat rijk en provincie wat doorschuiven, waarbij zoals men weet, ook het aantal provincies één van de punten van een uiter- mate interessant overleg en nadere conclusies zou kunnen zijn. Er is gesproken over het gemis o.a. door de heer De Ruiter, van dat totaalbeeld; spreker meent dat de discussies hierover niet alleen bij de raden in dit ge- west, maar in feite in de raden van alle gewestelijke formaties in den lande zoals men weet zijn er al tientallen formaties in Verschillende vormen aanwezig min of meer een rol speelt. Spreker wijst op de uit- spraak van de minister dat als hij nu al geroepen zou zijn om een wet op de gewesten te gaan toepassen, een aantal van de bestaande gewesten, hij heeft er niet één met name genoemd, de toets van een dergelijke wettelijke regeling waarschijnlijk niet zou overleven. Spreker acht dat een vrij hachelijke en wat moeizame situatie, die ongetwijfeld niets af doet aan het te goeder trouw zoeken naar nieuwe vormen, ook elders in het land. Een situatie die eigenlijk een soort nieuwe lappendeken gaat vertonen, juist op deze zogenaamde gewestelijke niveau's. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten is in zijn reactie aan de Tweede Kamer op het ontwerp gaan spreken over de 'behoefte om het begrip „gewest" wettelijk te gaan be- schermen. Dat zal zeker nodig zijn als men denkt aan de gevaren die anders zouden kunnen bestaan, althans voor een voorlopige tijd. Spreker zegt dat het een interessante zaak is, het heeft ook met touwtrekken te ma- ken hoe straks de positie van het gewest en de gemeenten in dat gewest zal zijn. Spreker neigt er toe om toch het lokale aspect van het gewest nog lang te willen verdedigen en het gewest daarop nog heel lang te binden, niets afdoende aan de bevoegdheden die in het wetsontwerp voorkomen als functioneringsmogelijkheid. En nu doet zich het wonderlijke voor dat men in de formulering van de lichte regeling, die nu ter tafel ligt, toeh eigenlijk het hart kan ontdekken van wat een gewest, ook in de toe- komst, zal moeten zijn tenzij men ook op landelijk niveau volkomen anders weer over het gewest gaat denken namelijk als planningeenheid, coördinatie-eenheid en pas in het derde opzicht een nieuw orgaan met uitvoerende taken, dat eigenlijk optreedt bij tekortschieten van de gemeen- ten. En als men het zo ziet, dan kan men stellen dat in die huidige lichte regeling het plegen van overleg wil spreker ook zeker in deze regeling van belang blijven vinden wat betreft de coördinatie en de beleidsvor- ming bepaalde belangrijke dingen met name zijn genoemd. Natuurlijk moet men dat opvullen en zal mer. vlees aan dat skeletachtig geheel moeten aanbrengen. De afgevaardigden in de Kennemerraad zullen moeten zorgen dat ze een politieke spiegel vormen. Niet een eenvoudige opdracht, maar spreker volgt met grote belangstelling deze ontwikkeling. Spreker acht de correctiefactor die enkele leden aan Haarlem toedenken in politiek op- zicht, een zeer interessante opdracht. Spreker hoopt er getuige van te zijn om te zien hoe dat uitwerkt. Spreker wijst er op dat ook deze raad zich heeft gesteld achter de prin- cipe-uitspraak, die de bestuurscommissie de vrijheid gaf om de zaak uit te werken in de regeling die vanavond op tafel ligt. Spreker deelt de mening gaarne dat de centrumgemeenten ook veel wijsheid nodig hebben. Er is niet alleen door de heer De Ruiter maar ook door andere leden gewezen op het hinken op twee gedachten. Elke vergelijking gaat ergens mank en de parallel die ook in het seniorenconvent is getrokken, kan men natuurlijk ook ergens weer in een bepaald licht plaatsen. Een collegevergelijking, in die zin, dat een adviseur in een groter college niet per sé uit de boot be- hoeft te vallen, acht spreker een ander zicht op de zaken. Dat betekent niet dat hij uit dien hoofde gediskwalificeerd zou dienen te worden als

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 22