27 april 1972
158
een z.g. tweezijdige communicatie, zoals dit in de nota Europees milieu-
besef wordt genoemd, bereid is contact op te nemen met de Kennemer
gemeenten om te komen tot de instelling' van een regionale milieuraad,
waarin met name ook diverse groepen uit de burgerij, de aktiegroepen, m-
stellingen, verenigingen van natuurmonumenten en dergelijke, die zich bezig
houden met de bescherming van ons leefmilieu, opgenomen dienen te wor-
den. Spreker weet zeker dat men b.v. in Haarlem zeer positief zal reageren
op een dergelijk initiatief, omdat de raad daar enige tijd geleden reeds
een motie in deze richting heeft aangenomen, welke ook nog steeds op
uitvoering wacht. Nu kan men stellen dat men daarmee moet wachten tot
de Kennemerraad er is, maar dat gaat spreker te lang duren. In de eerste
plaats omdat de instelling van de Kennemerraad vermoedelijk toch wel
niet voor 1 juli zal geschieden, maar wellicht tegen het einde van dit jaar
en in de tweede plaats omdat de Kennemerraad, zeker in de eerste periode,
een aantal andere zaken te regelen zal hebben.
Buiten het congres in Nice, is er nog een ander belangrijker congres,
namelijk op 9 mei a.s. in Straatsburg, een ééndagscongres over de veront-
reiniging van het oppervlaktewater in Europa. Zowel de plaatsvervangend
voorzitter van de sectie Nederland van de Raad der Europese Gemeenten,
als staatssecretaris Westerterp van buitenlandse zaken, hebben een drin-
gend beroep op alle Nederlandse gemeenten gedaan om in zo groot moge-
lijke getaie, althans één vertegenwoordiger per gemeente, naar dat con-
gres in Straatsburg af te vaardigen, omdat het probleem van de veront-
reiniging van het oppervlaktewater en dan met name van de Europese
rivieren, door Nederland is aangesneden zowel bij Frankrijk als bij Duits-
land. Er bestaat een sterk vermoeden dat de Nederlandse gemeenten
sleclits met een beperkt aantal vertegenwoordigers op dat congres aan-
wezig zullen zijn, terwijl met name Frankrijk, Duitsland en België in zeer
grote getale aanwezig zullen zijn.
Het zou voor Nederland enigszins een afgang zijn als het daar zo slecht
uit de bus zou komen. Hetzelfde geldt naar sprekers persoonlijke mening
voor de vraag of men naar Nice moet gaan als gemeente. Het standpunt
van het college is spreker overigens niet geheel duidelijk. Het college
zegt vrij vaag: de bevestigende beantwoording van de vragen 1 t/m 4 be-
hoeft niet te leiden tot het besluit deel te nemen aan het congres te Nice.
Ook spreker gelooft niet dat dat behoeft; de vraag is echter: wat willen we
Spreker is persoonlijk van mening dat er zeker een delegatie afgevaardigd
zou moeten worden, maar hij begrijpt dat zoiets in deze raad waar-
schijnlijk niet haalbaar zal zijn. Het heeft zeker 4 of 5 jaar geduurd voor-
dat mevrouw Gaasterland succes had met het lid worden van deze ge-
meente van de Raad van Europese Gemeenten; dan kan spreker tevreden
zijn als over 8 jaar de gemeente besluit om iemand naar de 14e algemene
vergadering af te vaardigen, onder voorwaarde, dat die dan in Haarlem
gehouden zal worden.
Mevrouw Gaasterland heeft vorige week het congres inzake milieuzorg
in Utrecht meegemaakt, terwijl zij vandaag naar Den Bosch is geweest
voor het congres van de Europese Gemeenten. Spreekster acht de be-
antwoording van de vragen van de heer Jager zéér summier en teleur-
stellend. Zij vraagt zich af of het college van de discussienota, die uiteinde-
lijk toch in handen van het college is gekomen en van het rapport van
de club van Rome, werkelijk op de hoogte is. Als dat niet het geval is,
hetgeen de summiere beantwoording suggereert, dan zou zij het bijzonder
op prijs stellen als het college zich hierin toch eens zou verdiepen. Zij heeft
voor dit onderwerp, dat haar zeer ter harte gaat, nooit veel belangstelling
ondervonden, maar het heeft haar toch wel pijn gedaan dat op het congres
van vorige week niemand van het Heemsteedse college aanwezig was, ter-
wijl b.v. de gemeente Zandvoort, welke toch niet minder of meer betrokken