159 27 april 1972 is bij deze zorgen, zowel de eerste dag als de tweede dag met een wet- houder aanwezig was, Spreekster acht de Heemsteedse houding bijzonder teleurstellend. Wethouder Verkouw vindt het bijzonder sympathiek dat de heer Jager één of meerdere leden van het coliege naar Nice wil doen gaan, en het klinkt ondankbaar als het college zegt dat het geen plannen in die richting heeft. Het is ook het college bekend dat de congressen voor milieubeheer zich in razendsnel tempo voordoen, niet alleen in Nederland maar ook buiten Nederland, men heeft Utrecht gehad, men heeft vandaag 's-Her- togenbosch, men heeft Straatsburg, men heeft Nice en aan het slot komen de Verenigde Naties in Stockholm; dat zijn zaken die ook het college niet ontgaan zijn. Wat het eerste congres betreft heeft spreker zelf nog overwogen om daar naar toe te gaan, maar dat congres viel op een dinsdag en woensdag, en na lange overweging ook in het college is daar nog over gesproken meende spreker dat zijn plaats hier was, mede omdat deze dagen door een bespreking, het houden van het spreekuur, de vergadering van burge- meester en wethouders, enz., reeds volledig bezet waren. Overigens wil spre- ker in het algemeen opmerken, dat het college zoveel uitnodigingen krijgt voor het bijwonen van vergaderingen, bijeenkomsten en congressen een deel daarvem zijn periodieke vergaderingen die door een lid van het col- lege reeds qualitate qua moet worden bijgewoond dat het eollege zich een zelfbeperking moet opleggen in de keuze van de vraag of men er wel of niet naar toe moet. En het is nog altijd zo dat het college vindt, dat zijn voomaamste taak aan het thuisfront ligt. Spreker meent dat de leden van de raad zich geen zorgen behoeven te maken over de vraag of het college wel op de hoogte is van alles wat er zich rondom het milieubeheer afspeelt. Spreker houdt een serie krantenknipsels bij over dit onderwerp, zodat hij heel goed weet wat er gaande is. Spreker merkt op dat hij een half jaar geleden twee uitvoerige artikelen heeft doen opnemen in de Heemsteedse Courant, weliswaar op eigen verantwoordelijkheid, maar die toch steeds ook door het college gedekt worden, en waarin hij een uiteen- zetting heeft gegeven van de taken die er voor de verschillende publiek- rechtelijke lichamen op het terrein van het milieubeheer liggen, respectieve- lijk rijk, provincie, gemeenten en waterschappen. Oniangs is het de heer Luijken geweest, de milieuambtenaar van Haarlem, die op een themadag, spreker meent van één van de scholen van Haarlem, heeft gezegd, dat de rol van de gemeente in het milieubeheer bescheiden is en alleen tot zijn recht kan komen in samenwerking met provinciale-, nationale- en inter- nationale overheden. En men moet dus terdege oppassen dat men als ge- meente niet op allerlei stoelen tegelijk wil gaan zitten. Spreker wil niet alles opsommen wat hij destijds in die artikelen heeft geschreven, maar er zijn toch wel duidelijke taken voor de gemeente weggelegd op grond van wetten, van provinciale verordeningen en van gemeentelijke veror- deningen en hij meent dat het college goed in het vizier heeft waar de taken van de gemeente liggen en waar ze ook in de toekomst moeten liggen. Als men zegt: dit zou op bepaalde terreinen beter kunnen en daar- aan zou nog uitbreiding gegeven kunnen worden, dan zegt spreker dat die mogelijkheid er inderdaad is. Vele malen is met de hoofden van scholen ge- sproken om in het onderwijsprogramma ook het milieubeheer op te nemen, en de heer Van Ark zal zeker bereid zijn om nog eens na te gaan of hier een mogelijkheid van uitbreiding aanwezig is. Of dat persé het leerplan moet zijn, zoals dat is opgenomen in de discussienota van het Europees milieubesef, zou spreker niet onmiddellijk bevestigend willen beantwoorden. Men moet het onderwijzend personeel niet prikkelen door te vragen: wilt u spreken over de Europese gedachte, wilt u spreken over de E.E.G., wilt u spreken over het milieubesef, wilt u spreken over de gevaren van het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 4