27 april 1972 162
o'oed en dat zal mevrouw Gaasterland op zich toejuichen, dat het college
heeft gemeend opnieuw een beroep te moeten doen op de hoofden van
scholen in Heemstede, om te bezien of er in dit kader, met mogelijk een
climax tegen 5 mei (Europadag), juist in de klas extra aandacht kan
worden besteed, waarbij ook is gedacht aan een soort competitie-element
in het versymboliseren door de kinderen van Europese vraagstukken.
Spreker weet uit eigen ervaring uit zijn vorige standplaats dat de jeugd,
mits zij goed is voorbereid, soms in staat is, zelfs meer dan ouderen, om
plastisch uit te drukken met collage's tot en met prenten en schetsen,
wat b v. een Europese gemeenschap zou behoren in te houden als de vol-
wassenen het er al over eens zouden zijn geworden. Een dezer dagen zal
men hier nader over horen, een respons ongetwijfeld, zoals de heer Van
Ark terecht heeft gezegd, van een reeds overbezette en ook in dit op-
zicht bepaald met heel wat taken belaste onderwijssectie in onze gemeente.
Mevrouw Gaasterland is verheugd over deze toezegging. Zij hoopt ook
verheugd te kunnen zijn over de boomplantdag volgend jaar; dat îs ook
één van de evenementen die hier zeer educatief zouden kunnen werken.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
punt j, zonder hoofdelijke stemming, voor kennisgeving aangenomen.
k. schrijven van burgemeester en wethouders inzake rangschikking van
kapitaalwerken op het prioriteitenschema.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
punt k, zonder hoofdelijke stemming voor kennisgeving aangenomen.
1. verzoek van mevr. A. Th. Otte-Boonstra, om haar ontslag te willen
verlenen uit haar betrekking van hoofdleidster aan de kleuterschool
„Klim-op".
Burgemeester en wethouders stellen voor het gevraagde ontslag eervol
te verlenen te rekenen met ingang van 20 april 1972.
m. brief van G. B. J. Koch, Landzichtlaan 14, en 10 anderen, inzake de
fluoridering van het drinkwater.
Burgemeester en wethouders delen naar aanleiding hiervan het vol-
gende mede. Het gestelde onder 1, waarin o.m. vermeld wordt dat de over-
heid heeft verzuimd om zich in de fluoridering onbevooroordeeld te vei-
diepen en dat het gemeentebestuur wettelijk aansprakelijk wordt gesteld
voor de nadelige gevolgen van fiuor, kan naar hun oordeel voor kenms-
geving worden aangenomen.
Volgens adressanten heeft de raad bij de beslissing inzake fluoridering
niet de stem van de kiezers vertolkt; men had tenminste een referendum
moeten houden.
De bedoeling is uiteraard dat de raadsleden dan overeenkomstig de
uitslag van het referendum hadden moeten stemmen. Of zij dan niet in
strijd zouden hebben gehandeld met artikel 51 der Gemeentewet, is op zijn
minst zeer dubieus („De leden stemmen zonder last of ruggespraak met
hen, die benoemen"). Ons democratisch stelsel kent in elk geval geen
referendum.
Verder vraagt men of burgemeester en wethouders en de raad een lrjst
willen verstrekken van producten zonder fluor. De bedoeling zal wel zijn
dat men een lijst krijgt van producten die bereid zijn zonder water waar-
aan fluoride is toegevoegd (in zeer veel producten komt van nature in
meerdere of mindere mate fluor voor!)
Het ligt natar het oordeel van burgemeester en wethouders niet op ae
weg van het gemeentebestuur een dergelijke lijst te verstrekken. Dit is
trouwens in zijn algemeenheid een bijzonder moeilijke zaak: men kan niet
zonder meer stellen dat een bepaald levensmiddel bereid is met ongefluori-