27 april 1972
164
o. brief van mevrouw E. Oegema-Mak, M. Vaumontlaan 62, alhier, inzake
vervuiling van trottoirs door honden.
De commissie voor de strafverordeningen heeft zich bij de voorbereiding
van een nieuwe Algemene Politieverordening uitgesproken voor een aan-
lijngebod voor honden, zulks niet zozeer om hygiënische redenen, dan wel
op grond van veiligheidsmotieven.
Burgemeester en wethouders hebben dienovereenkomstig besloten m het
te zijner tijd aan de raad aan te bieden ontwerp van een Algemene Politie-
verordening een aanlijngebod op te nemen. Zij hopen dat dit een ver-
mindering van de vervuiling met zich zal brengen.
Voorgesteld wordt in beginsel met een aanlijngebod m te stemmen.
Andere reële mogelijkheden ter bestrijding van de vervuilmg door honden
zijn naar het oordeel van het college niet aanwezig; publikaties hebben
tot nu toe helaas geen effect.
Burgemeester en wethouders stellen voor hun college te machtigen
adressante conform het vorenstaande in te lichten.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt be-
sloten overeenkomstig de voorstellen, vermeld onder de punten 1 t/m o.
p. brief van mevrouw J. Bezemer, Eerelmanstraat 4, alhier, inzake riool-
stank.
Bij onderzoek door de dienst van Openbare Werken kon in de woning
van adressante geen stank geconstateerd worden. De huiseigenaar heeft
al verscheidene malen de riolering laten nazien, overigens zonder naar het
oordeel van de adressante voldoende resultaat.
Mevrouw Bezemer is in overweging gegeven de afdeling Bouw- en
Woningtoezicht te waarschuwen zodra weer stank optreedt.
Haar brief ware in verband met het vorenstaande voor kennisgeving
aan te nemen.
q besluit van gedeputeerde staten tot goedkeuring van het raadsbesluit
van 24 februari 1972, no. 37, inzake geldlening N.V. Bank voor Neder-
landsche Gemeenten, groot 234.000,
r. idem van het raadsbesluit van 24 februari 1972, model D, nummer 11,
tot wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1972.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders worden de
stukken, vermeld onder de punten p t/m r, zonder hoofdelijke stemming,
voor kennisgeving aangenomen.
De voorzitter zegt dat het niet gebruikelijk is dat hij zich wendt tot de
publieke tribune, maar hij heeft toch behoefte om zich te richten tot de
heer Kramer. De heer Kramer is vele jaren als een trouw bezoeker, maar
ook beroepshalve op de publieke tribune aanwezig geweest. Aan het slot
van de ingekomen stukken staat vermeld dat het de laatste raadsvergade-
ring zal zijn, die hij in zijn kwaliteit van verslaggever zal bijwonen. Spre-
ker heeft sterke aanwijzingen dat dit niet helemaal juist is. A.ls dat wel
zo zou zijn, zou een gepast afscheidswoord op zijn plaats zijn, doch dat îs
nu niet nodig. Men kan op verschillende golflengten het gemeentelijk werk
en het gemeentelijk leven verslaan en meemaken. Wel vindt spreker dat
het toch een zekere verandering is, en een datum niet van onbelang; m het
werk en het concern namens welke de heer Kramer aanwezig was, treden
wel veranderingen in. Namens het college en ongetwijfeld ook namens
de raad wil spreker uitspreken dat er grote waardering is met alleen voor
de vakbekwaamheid die de heer Kramer deze jaren ten toon heeft ge-
spreid, maar ook voor de wijze waarop hij het gemeentelijk wel en wee