68
4e afd.
25 mei 1972
zieningen, die noodzakelijk zijn voor of verband houden met het
beheer, gericht op de instandhouding van de landschappelijke of
natuurwetenschappelijke waarde van de gronden, of noodzakelijk
zijn voor of verband houden met de uitoefening van het bosbedrijf,
dan wel de uitoefening van het agrarisch bedrijf, indien en voor
zover deze uitoefening reeds plaats vond op het tijdstip van in-
werkingtreding van dit besluit;
f. werken of werkzaamheden ten behoeve van of verband houdend
met de oprichting of plaatsing van al dan niet aan hun be-
stemming onttrokken voer- of vaartuigen, arken, caravans en
living-vans voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te mer-
ken, alsook tenten;
g. het aanieggen of inrichten van havens of centra voor de water-
sport en het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiingen, van
kaden of van aanlegplaatsen voor boten;
h. werken of werkzaamheden, welke wijzigingen van de waterhuis-
houding of de wäterstand beogen of tengevolge hebben;
i. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas anders dan bij
wijze van verzor.ging, met dien verstande dat geen aanlegvergun-
ning is vereist met betrekking tot bossen en andere houtopstanden,
welke deel uitmaken van bosbouwondememingen, die als zodanig
bij ihet Bosschap geregistreerd staan, en met dien verstande dat
geen aanlegvergunning is vereist voor het periodiek kappen van
griendhout en ander hakhout, voor zover betreffende de normale
uitoefening van het op het tijdstip van inwerkingtreding van dit
besluit bestaande bodemgebruik;
j. het winnen van bosstrooisel of mos;
k. het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doel-
einden;
1. het bebossen van gronden, die op het tijdstip van de inwerking-
treding van dit besluit niet als bosgronden konden worden aan-
gemerkt;
III. te bepalen dat de hierboven genoemde werken en werkzaamheden niet
toelaatbaar zijn, indien daardoor, dan wel door de daarvan, hetzij
direct hetzij indirect, te verwachten gevolgen, schade wordt toege-
bracht aan de landschappelijke, natuurwetenschappelijke of cultuur-
historische waarde van het gebied, waarvoor dit voorbereidingsbesluit
van kracht is.
Heemstede, 25 mei 1972.
De Raad voomoemd,
De secretaris,
De voorzitter,