K9>J 76 MÜÜ 2e afd. 25 mei 1972 geldgeefster betalen, als boete, een bedrag gelijk aan negen ten honderd per jaar van het achterstallige bedrag over de tijd der nalatigheid. Artikel 6. Het onafgeloste deel van het bedrag der lening is, met de rente en de kosten, onmiddellijk opeisbaar bij niet-nakoming door geldneemster van één of meer der in deze akte vermelde bepalingen of aangegane verbin- tenissen, tenzij geldneemster, na door geldgeefster aan haar verplichtingen te zijn herinnerd, alsnog binnen veertien dagen na ontvangst dier herinne- ring het verschuldigde, vermeerderd met de boete voldoet en/of haar overige verplichtingen alsnog nakomt. Geldneemster zal in gebreke zijn door het enkele feit van het voorvallen van het in het vorig lid bedoelde geval van onmiddellijke opeisbaarheid, alsof zij bij bevel of andere soortgelijke akte ware in gebreke gesteld. Artikel 7. De belastingen, welke van de rente der lening geheven mochten worden, komen ten laste van geldneemster. Artikel 8. Alle kosten en rechten van deze akte, van de schuldbekentenis en van de maatregelen, welke geldgeefster mocht nemen tot behoud of ter uit- oefening harer uit deze overeenkomst voorvloeiende rechten, zijn voor reke- ning van geldneemster. Heemstede, 25 mei 1972. De Raad voomoemd, De voorzitter, De secretaris

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 33