81
4e afd.
29 juni 1972
doeltreffende gemeenschappelijke antenne, waarmede de ter plaatse
goed ontvangbare omroep- en televisiesignalen kunnen worden doorge-
geven, met de daarbij behorende apparatuur en geleidlngen wordt aan-
gebracht en dat in elke woning of wooneenheid een aansluitgelegenheid
aan die antenne wordt aangebracht.
2. Indien naar een woning of wooneenheid centraal antenne-energie kan
worden gedistribueerd, mag geen uitsluitend voor die woning of woon-
eenheid dienende antenne worden opgericht.
Van artikel 267 de aanhef als volgt wijzigen:
Behalve in de elders in dit hoofdstuk genoemde gevallen kan vrijsteUing
worden verleend:
Van artikel 268 het opschrift en de tekst vervangen door:
VrijsteUin'g voor gebouwen bestemd voor de huisvesting van minder-
vaUde personen
Behalve in de elders in dit hoofdstuk genoemde gevallen kan vrijsteUing
worden verleend van de bepalingen in de afdelingen B. C en D van dit
hoofdstuk voor gebouwen bestemd voor de huisvestlng van minder-
valide personen.
Van artikel 269 de aanhef als volgt wijzigen:
Behalve in de elders in deze verordening genoemde gevallen kan vrij-
steUing
Van artikel 270 de aanhef als volgt wijzigen:
Behalve in de elders in deze verordening genoemde gevallen kan vrij-
stelling
Xn artikel 272 onder a de woorden: „kamer, als bedoeld in artikel 72,
lid 2 (hoofdwoonkamer)" vervangen door: „hoofdwoonkamer"
In artikel 319 Ud 2 vervangen door:
2. Voor het verblijf van mensen bestemde gebouwen, andere dan wonin-
gen, moeten zijn voorzien van een voldoend aantal privaten.
Lid 3 laten vervallen.
Lid 4 vemummeren tot lid 3.
Lid 5 vemummeren tot lid 4.
Van artikel 320 het opschrift wijzigen in: Wasgelegenheden
De bestaande tekst aanduiden als Iid 2 en toevoegen een nieuw eerste
lid luidende:
1. Een tot bewoning bestemd gebouw moet zijn voorzien van voldoende
wasgelegenheden.
In artikel 331 lid 1 vervangen door:
1. Een tot bewoning bestemd gebouw moet zijn voorzien van een elek-
triciteitsinstallatie, indien het gebouw is gelegen op geen grotere af-
stand dan (100) m van een distributieleiding van elektriciteit, dan wei
op een grotere afstand, indien de kosten van aansluitig van de insta -
latie aan de leiding voor betrokkene niet hoger zijn dan bij een arstan
van (100) m.