86
2e afd.
29 juni 1972
Artikel 16.
1. Burgemeester en wethouders stellen regelen vast, op grond waarvan
aan ambtenaren, die in het bezit zijn van diploma's, welker bezit geen
vereiste is voor de funct'ie die zij bekleaen, vaste toelagen worden
toegekend.
2. De in het eerste lid bedoelde toelagen bedragen in totaal niet meer
dan 78,per maand.
3. De in dit artikel bedoelde toelagen worden toegekend met ingang van
de eerste dag van de maand, waarin de ambtenaar het diploma of de
akte behaald heeft.
Artikel 17.
Aan de ambtenaar, die belast is met het opmaken der notulen van de
vergaderingen van de raad, wordt een vaste toelage toegekend van
252,per maand.
Artikel 18.
De vergoeding voor het gebruik van eigen vervoermiddelen in dienst
der gemeente wordt door burgemeester en wethouders geregeld.
Artikel 19.
1. Wegens het genot van vrije woning van de hierna vermelde dienst-
woningen wordt de bezoldiging gekort als volgt:
korting per maand
dienstwonmg gas-, water- en elektriciteitsbedrijven 70,55
conciergewoning gezondheidshuis 79', 55
2. Voor het van gemeentewege verstrekken van vrij vuur, gas, licht en
water wordt op de bezold'iging de volgende korting toegepast:
voor vuur 2.5 van de wedde, met een maximum van 26,25 p.m.
voor gas 0.9 van de wedde, met een maximum van 9,75 p.m.
voor licht 0.6 van de wedde, met een maximum van 6,50 p.m.
voor water: 0.3 van de wedde, met een maximum van 3,25 p.m.
Artikel 20.
In gevallen, waarin de bezoldiging of de kortingsbedragen moeten wor-
den berekend over een gedeelte van een maand, wordt de bezoldiging of
korting per dag vastgesteld door de bezoldiging of korting per maand te
delen door het aanral dagen van de desbetreffende kalendermaand.
Artikel 21.
V°or gevallen, waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid
voorziet, treffen burgemeester en wethouders een passende regeling.
Artikel 22.
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 juli
1971, met ingang van welke datum wordt geacht te zijn vervailen de Be-
zoldigingsverordening Ambtenaren 1970, vastgesteld bij raadsbesluit van
29 apnl 1970, nr. 49, en laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 28 ok-
tober 1971, nr. 124.
Overgangsbepaling
Artikel 23.
1. De vaststelling van de salaris-anciënniteit, alsmede de inpassing van
de op de datum van inwerkingtreding dezer verordening in dienst