pmw>. 236 29 juni 1972 te kenschetsen druggebrulk, is zinloos; dat wordt daar dus verteld. Alleen de wijze waarop men zijn houding tegenover deze materie gaat bepalen de methoden om tot een verantwoorde attitude te komen, werd zinvol ge- acht. Dat het niet gemakkelijk valt is begrijpelijk als men beseft dat men meestal nauwelijks enige kennis van zaken heeft waar het drugmiddelen in hun uitwerking betreft en anderzijds het hele scala van psychische en fysieke verschijnselen bij de gebruiker wetenschappelijk nog niet vol- doende is bestudeerd. Voorzichtigheid en flexibiliteit zijn daarom noodza- kelijk bij de attitudevorming. Spreker gaat nu enkele bladzijden verder en komt dan op een heel belangrijk punt, namelijk de voorlichting in al- gemene zin. In dit verslag wordt dan gezegd: het drugprobleem is, zoals welhcht rnt bovenstaande schets, wat dus hieraan vooraf is gegaan, duide- lijk is geworden een uitermate gecompliceerd geheel. Met het o'ntlopen van het probleem wordt niets opgelost. Op de vraag of een duideliike voorlichtmg hier wel op zijn plaats is, en nu komt spreker eigenlijk aan het antwoord op de vragen van de heren Kettenis en Kirschbaum, op de vraag of het geheel dan niet in de openbaarheid gebracht moet worden kan men in dit stadium noch positief nog negatief reageren. Een al te grote duidelijkheid zou een fictieve legalisatie van de drugs in de hand werken. Het ontbreken van voldoende wetenschappelijke gegevens, het gemis van een door de maatschappij aanvaarde normering rechtvaardig"en de terughoudendheid bij deze materie. Een geforceerde doorbraak zou in deze mitiale fase grote schade kunnen veroorzaken. Een nuttige zii het wat negatieve bijkomstigheid van deze terughoudendheid is het feit dat angst voor het onbekende menigeen van het druggebruik heeft weer- ,Men tkan ,deze bijkomstigheid daarom ais negatief bestempelen omdat deze terughoudendheid de daardoor ontstane onzekerheid niet neutraiiseert. Dit alles overwegende, de vraagpunten die spreker zelf heeft opgeworpen en de informatie die ook de leraren straks krijgen op de Jellinekkkmek, doen bij spreker, en spreker dacht wellicht ook bii het hele college, maar neemt verder aan dat het college zich daarover be- raden wil toch wel met grote reserve het denkbeeld van de heren Kettenis en Kirschbaum tegemoet treden. Spreker zet daar grote vraagtekens bn en zou het în dit stadium willen ontraden. Verder heeft de heer Kettenis g-e- vrangd of, als blijkt dat de proef met de leraren is geslaagd, zrdan be- ^1. f!in met de Jeugdleiders verder te gaan spreken. Spreker meent rtuur 'V™1Cht mRg worden en in die geest zal het gemeentebe- stuur ook graag werkzaam zijn. De heer Van Emmerik heeft er aan ermnerd dat mimster Stuyt heeft toegezegd dat de regering eerlang met eeto^ft d'm rhPf°P het raPPort van de commissie-Baan zal komen. Spreker L d t het zeer belangrijk îs om dit als gemeentebestuur af te wach- ten Dat de ouders verantwoordelijk zijn is een zeer belangrijk punt en dat pMn h" ®mmenk heeft gezegd dat dit ook de oorzaak is geweest dat er m Haarlem kortsluitmg was; spreker wil toch in dit opzicht Haar- H^with006?" Hij hG"ft VOOr 2ich hggen een nota van de heer Van der Ham wethouder van Haarlem. AIs deze in de nota spreekt over de rol van de voorlichting, dan zegt hij op een bepaald ogenblik: „de beroepsrol en de persoonlijke rol dienen nauwkeurig gescheiden te biijven bii de yoorhchters, teneinde het overdrachtsproces zo objectief mogS te Iaten plaatsvinden. De voorlichters zijn verder intermediairs en geen on- voeders. De verantwoordelijkheid voor de opvoeding van de kinderen ligt bij de ouders van de kinderen zelf, ook ten aanzien van de drugs De yoorlichters kunnen en mogen deze verantwoordelijkheid niet overnemen Wel kunnen zij door hun specifieke deskimdigheid, onderwijs of jeugdwerk en kenms van zaken met betreking tot de drugs, de basis leggen voor het gesprek over drugs tussen ouders en kinderen." Een van de belangriikste punten acht spreker dat er doorgestoten wordt naar een stuk openhcid en et gesprek thuls weer mogelijk wordt. Ook heeft de heer Van Emme-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 18