EHRIO
31 augustus 1972
278
zaak nog in een andere commissie dan die voor de financiën zou moeten
komen, dit dan de commissie voor sociale zaken zou moeten zijn.
Wethouder Verkouw deelt mede dat daarover in het eollege is gesproken,
waarbij het standpunt is ingenomen spreker heeft zich daarbij aange-
sloten omdat het hier over detailkwesties gaat en het beleid dat in het
verleden is gevoerd dit uit te stellen tot de eerstvolgende vergadering
van de commissie voor sociale zaken om een 'dieper inzicht te geven in
deze materie.
De heer Jager gaat hiermede akkoord en wacht dit af om ook over de
vraag of het in de middenstandscommissie zou moeten worden besproken
een oordeel te kunnen vellen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
XVII. Subsidie Noord-Zuid-Hollandse Vervoer Maatsehappij N.V. (volgno.
99).
De voorzitter deelt mede dat op één lid na de leden van de commissie
voor de financiën zich hun stem wensen voor te behouden.
De heer De Kuiter gelooft dat in deze raad niemand gekant is tegen
een subsidie aan de N.Z.H., waaraan dan ook wel twee jaar lang uit-
drukking is gegeven door begrotingsposten van f 25.000,voor subsidie
aan de N.Z.H. goed te keuren. Spreker gelooft dus niet dat het zinvol is
om het punt van de subsidiëring op zich in de discussie te betrekken,
waar al een aantal malen is uitgesproken dat de raad daar, als de noodzaak
ziCh voordoet, geen bezwaren tegen heeft. Afgezien van een duidelijk
schrikeffect waar alle leden van de commissie voor de financiën tijdelijk
door waren bevangen vanwege de omvang van de bedragen die 'hiermede ge-
moeid zijn, is sprekers bezwaar tegen dit voorstel en tegen deze subsidie-
aanvrage, dat bij de berekening van het verlies waar het om gaat, andere
normen worden gehanteerd door een semi-overheidsbedrijf, dan de over-
heid aan het normale bedrijfsleven oplegt als bepaling van haar winsten
en verliezen. Het is zo dat voor de bepaling van vennootschapsbelasting
men over winsten en niet over verliezen praat, maar hetzelfde is natuurlijk
voor een verliessituatie in een bedrijf noodzakelijk; dan mag niet met
vervangingswaarde worden gerekend. Dat is een zeer oud strijdpunt, maar
niettemin 'houdt de fiscus vast aan het standpunt dat vervangingswaarde
geen basis is voor het bepalen van verlies en winst. Nu het echter gaat
om het bepalen van een verlies om daarop af te stemmen de hoogte van
het subsidiebedrag, wordt d'oor dit semi-overheidsbedrijf wel terdege het
beginsel van de vervangingswaarde geïntroduceerd ter berekening van haa.r
verliezen en dat scheelt nogal wat. Uit de jaarstukken van de N.Z.H.
haalde spreker dat dit op het tekort voor 1971 betekent het belang-
rijkste deel van de subsidieaanvrage dat het verlies van ruim
1.300.000,wordt teruggebracht tot bijna f 900.000,Een verschil dus
van ongeveer 30 35%. Spreker acht het niet juist in welke vorm dan
ook en welke manier, dat van overheidszijde met twee maten wordt ge-
meten. Ook spreker vindt subsidiëring van vervangingswaarde niet juist,
om de eenvoudige reden dat het betekent dat men toekomstige verliezen
gaat subsidiëren. Spreker vindt dat men die dan ook in de toekomst moet
subsidiëren en niet nu. Daarom stelt spreker voor dit voorstel nog eens
rustig te bezien en te kijken of Heemstede hier niet een wat al te breed
standpunt ten aanzien van deze subsidiëring heeft ingenomen.
Ook de fractie van de heer Van der Hulst is van mening, en dat is niet
nieuw, dat de plaatselijke overheid een taak heeft bij het openbaar vervoer
in die zin, dat zij dit ook zo nodig moet subsidiëren. Maar bij dit soort
nogal forse subsidiebedragen plaatst spreker toch een paar kritische kant-