14 december 1972 388 die qua situering, structuur en bevolkingsopbouw, ons aller inspanning ten volle waard is en alwaar ik het ieder'jaar weer als een weldaad beschouw om hier te mogen wonen en werken." De heer De Ruiter: „Mijnheer de Voorzitter. De algemene beschouwin- gen zijn weer aangebroken en daarmee het uur van de fraktievoorzitters, die eens per jaar de gelegenheid krijgen om, los van de problemen van alle dag, te zeggen wat hun en hun fraktiegenoten motiveert in het poli- tieke werk. Ook dit jaar wil ik de geboden gelegenheid graag aangrijpen om naast allerhande praktische zaken, iets te zeggen van de politieke si- tuatie in ons land en van de zogeheten confessionele partijen in het bij- zonder. Daar is dacht ik na de verkiezingen van 29 november j.l. alle aan- leiding toe. Er zullen er onder ons ongetwijfeld maar enkelen zijn geweest die zo verstandig waren als minister-president Biesheuvel, om de voetbalwed- strijd Ajax-Sofia te prefereren boven de verkiezingsuitslagen. En derhalve zullen wij ongetwijfeld allen de commentaren op de uitslag van de verkie- zingen hebben gehoord die de bewuste avond in grote aantallen over de hoofden van ons kiezers werden uitgestrooid door diegenen die leiding geven aan ons land of die geacht worden zulks te doen. Eén van de meest frappante zaken was de volledige eenstemmigheid bij het zoeken naar de oorzaak van de terugval van de confessionele partijen. „De deconfessionalisering van het Nederlandse volk heeft zich voortge- zet" was de algemene opinie bij alle ondervraagden. Maar ondanks deze vrijwel algemene eenstemmigheid rijst bij mij ernstige twijfel over de juistheid van deze uitspraak. Zij is te gemakkelijk. Tegenstanders van confessionele partijen zien de terugval graag plaatsvinden en zijn dus snel geneigd genoemde oorzaak aan te geven. Voor de voorstanders van partijvorming op confessionele basis ligt in de aangehaalde uitspraak een excuus voor de nederlaag die niet in hen, doch in de kiezer is gelegen. Aldus kan ik niet nalaten een dergelijke uit- spraak uiterst kritisch te benaderen. Eerlijk gezegd, geloof ik de uit- spraak ook maar zeer ten dele. Naar mijn mening ligt de oorzaak niet zozeer bij de van oudsher confessionele kiezers, maar veeleer bij de con- fessionele partijen zelf. Niet zozeer bij de kiezers, als wel bij de confessio- nele partijen zelf heeft de deconfessionaUsering zich voortgezet. Daarin ligt naar mijn inzicht één van de belangrijkste oorzaken van de terug- val. En ik wil U dit graag illustreren. Het valt sterk op dat bijvoorbeeld in het gezamenlijk programma van aktie van de confessionele partijen het Christelijk element slechts wordt aangeduid als ,,geïnspireerd door het Evangelie". Nu is dat op zichzelf goed, maar ons inziens sterk onvoldoende om Christelijke partijformatie waar te maken. Dan zal men dieper moeten graven in wat die Evange- lische inspiratie dan eigenlijk wel inhoudt. Dan zal men zich moeten be- raden op de plaats en taak van de overheid en daarbij rekening moeten houden met de zonde die de hele mensheid beheerst: De neiging van iede- re mens tot egoïsme. Dan zal men weer gaan beseffen dat de ideale samenleving op deze aar- de niet te bereiken is, al onze politieke programma's ten spijt. Dan hoe- ven de Christelijke partijen niet midden tussen socialisme en liberalisme te gaan staan met het eeuwige verwijt dat zij geen keuze maken. Want hoe is de situatie nu. Drie groepen partijen hebben zich in het verkiezingsgewoel gestort. De progressieven, de confessionelen en de liberalen. Elk geflankeerd door hun splintergroeperingen. Elk met zijn verkiezingsprogramma waarmee de kiezer een betere wereld werd beloofd. In dat opzicht hebben de con-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 17