391 14 december 1972
vpth!,611r?chtvaardi&e verdeling van de woningen te komen. En daarom
üff f ons te meer dat het college steeds weigerachtig is gebleken
het fn«te'îf Z°e m te stellen naar de noodzaak resp. wenselijkheid van
het mstellen van een wonmgkartotheek. Een registratie van het bestaan-
odLrhnmfbeZlt naaf hnurklasse' bewoning, eigendomstoestand, staat van
°nf rh etc- ™oet' als men geen aanvulling van het woningbezit meer
an verwachten, toch een noodzakelijk instrument voor een goed huisves-
,lngshele kunnen zijn. Wij kunnen niet begrijpen waarom het college,
dat toch m de eerste plaats is belast met het huisvestingsbeleid, de uit de
raad gedane uitnodiging om tot de inrichting van een woningkartotheek
efrstenî.eîffltf1f â-meht ib^de handen heeft aangegrepen. Het zal toch in de
eerste plaats hââr beleid vereenvoudigen.
Mijnheer de Voorzitter, wij willen niet verhelen dat wij ons ernstig zor-
fen mahen over de volkshuisvesting op het moment dat het bordje „uit-
verkochi; moet worden opgehangen. Wij vragen ons in grote ongerustheid
vanat dat m°ment de Heemsteedse bevolking steeds verder zal ver-
grrjzen met alle gevolgen van dien voor het maatschappelijke, kerkeliike
sociale en culturele leven. Wij geloven daarom dat het de hoogste tijd is
°ns op deze problemen nader te gaan bezinnen.
3. Planologie
Het is onmiskenbaar dat er een duidelijke samenhang is tussen de hier-
voor aangesneden vraagstukken over het verkeer en de voikshuisvesting
en dat wat îk thans aan de orde wil stellen, de planologie.
Enerzijds heeft men begrijpelijkerwijs de neiging in' de planologie re-
kemng te houden met direkt aanwijsbare noden en behoeften en zou men
daardoor kunnen besluiten steeds meer terreinen voor volkswoningbouw te
doen bestemmen.
Anderzijds îs het een absolute noodzakelijkheid rekening te houden met
reeds aanwezige bevolking en de daaruit voortkomende vraag in hoe-
verre nog verder kan worden gegaan met de belasting van het milieu
Voorshands zijn wij de mening toegedaan dat de milieubelasting in onze
gemeente een zodamge omvang heeft verkregen dat bij beslissingen van
planologische aard in de eerste plaats de vraag zal moeten worden gesteld
ot de betrokken beslissing milieubelastingverzwaring tot gevolg kan heb-
eerSte Prioriteit biJ onze besluitvorming moeten
krijgen. Het „Begrens de groei" lijkt ook in planologisch opzicht voor de
gemeente Heemstede van toepassing te worden.
4. De sport
Het. hoeft geen betoog, mijnheer de Voorzitter, dat wij sport een zeer
belangryke menselijke uiting vinden. Het nut van de sport hoeft in deze
raad echt met ter discussie te worden gesteld, hoewel er op het gebied van
de topsport wel enkele kanttekeningen te maken zouden zijn. Maar dat
hjkt mij te ver buiten de bedoeling van deze avond te liggen. Er zijn aan
de sport echter meer facetten verbonden dan het „sport is bewegen" al-
een- Een heel belangrijk element van de sport achten wij het rijk gescha-
vferenigingsleven waarin de sport voor een belangrijk deel is onder-
gebracht. Naast de sportieve prestatie vindt juist in dit verenigingsleven
een stuk sociaal kontakt en sociale vorming plaats die wij niet gaarne
zouden v/illen missen. De sportverenigingen hebben zich een belangriike
plaats m ons maatschappelijk leven veroverd.
Het îs ook daarom, mijnheer de Voorzitter, dat ik hier bijzondere aan-
dacht wil schenken aan een gedachte die van V.V.D.-zijde steeds tot ons
komt, namehjk om aan de sportverenigingen de werkelijke kosten toe te
rekenen, welke het gebruik van de sportaccommodaties met zich meebren-
gen, om deze kosten dan vervolgens weer door een zeer grote subsidie te
aoen dekken.