393
14 december 1972
De diensten als bedoeld in categorie 1 moeten op kostprijsbasis worden
vergoed. Doelstelling moet niet zijn deze diensten als een extra belas-
tingbron te gebruiken, maar evenmin mogen er in belangrijke mate belas-
tinggelden naar deze dienstverlening toevloeien.
De verhouding tussen de lasten en opbrengsten van categorie 2 moet
zoveel mogelijk constant worden gehouden. Een jaarlijkse kostenverhoging
van 10% zal dus als regel een jaarlijkse lastenverhoging van 10 tot ge-
volg moeten hebben. Dit is alleen al gewenst om onregelmatige bijzonder
grote noodzakelijk geworden prijsstijgingen te voorkomen.
De lasten als bedoeld onder categorie 3 kunnen dan worden aangepast
aan de financiële behoefte van de gemeente en dienen feitelijk als sluit-
post.
Deze opmerkingen zijn mij ingegeven, mijnheer de Voorzitter, door de
bij de begroting gevoegde aanbiedingsbrief en enkele voorstellen tot ver-
hoging van de tarieven van de bedrijven, te weten:
le. de verhoging van de waterprijs.
Hoewel tegen deze verhoging op grond van de nieuwe begroting feite-
lijk niets is aan te merken, is hier toch een aan het waterbedrijf we-
zensvreemd element ingeslopen. Een van de oorzaken van de prijsver-
hoging is de fluoridering van het drinkwater. Zoals U weet, zijn wij
steeds warm voorstander hiervan geweest en zijn dit nog. Doch onze
steun kwam niet voort uit zorg voor het drinkwater maar uit zorg
voor de volksgezondheid. Waar fluoridering een aan de levering van
drinkwater wezensvreemde zaak is, zijn wij van mening, dat deze kos-
ten ten laste van de begroting voor de volksgezondheid dienen te wor-
den gebracht. Dit kan een verlaging van de waterprijs met ca. 5 cent
per m'i voor het gezinsverbruik tot gevolg hebben.
2e. Ondanks het feit dat het college vorig jaar instemde met de opvat-
ting dat met name de rechten voor het ophalen van huisvuil jaarlijks
zouden moeten worden aangepast, is dit thans niet voorgesteld. Toch
zijn de kosten hieraan verbonden met ea. 11 gestegen. Aanpassing
van deze tarieven zou een meeropbrengst van ca. 40.000,tot gevolg
hebben, waardoor het overgrote deel van de kostenvergroting in ver-
band met de waterprijs gedekt zou zijn. Wij menen dat het voor de
duidelijkheid in de lastenverhoudingen gewenst is tot wijzigingen in
de voorstellen als hiervoor bedoeld over te gaan.
3e. Hoewel de door het college in de aanbiedingsbrief gemaakte opmer-
king dat de kosten verbonden aan vernieuwing van de riolering beho-
ren te worden gedekt door een verhoging van de rioolbelasting de
schijn van juistheid mee heeft, menen wij toch de noodzakelijke ver-
binding van deze lasten en opbrengsten te moeten verwerpen. Indien
bepaalde voorzieningen een lastenverzwaring noodzakelijk maken, zal
°P grond van billijkheidsprincipes naar de belastingbron moeten wor-
den gezocht die hiervoor het meest in aanmerking komt. Maar waar-
om een oorzakelijk verband te leggen tussen de rioleringsvernieuwing
in Heemstede-Noord en de rioolbelasting in Heemstede-Zuid Op dit
punt kunnen wij de gedachtengang van het college niet volgen.
Samenvattend willen wij stellen, mijnheer de Voorzitter, dat het ons in-
ziens aanbevellng verdient tot een wijziging in de voorgestelde lasten-
verzwaringen te komen en dat een jaarlijkse bezinning op dit vraagstuk
noodzakelijk zal zijn.
Ter afsluiting van deze algemene beschouwingen nog een enkele opmer-
king. Wij geloven dat het nu voorbije jaar niet ongemerkt voorbij is ge-
gaan. Vele belangrijke besluiten zijn genomen. Er is een enorme verdie-
ping in de verkeersproblematiek geweest. De Kennemerraad is tot stand